De Zeven Brieven aan Marius
Sparreboom
1e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
AANGETEKEND Aan de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders
(OCIJ), Oosterringweg 17 8315 PS Luttelgeest
Betreft: - een 'Dachau'-situatie
Swifterbant, 20 februari 2006 Geachte heer Sparreboom, om direct met de deur in huis te vallen, op 'de Rede' heerst naar mijn mening een 'kut-mentaliteit' en een 'kut-sfeer'. Januari 2004 kom ik op 'de Rede' werken op Uw uitnodiging (de heer P. Nooitgedagt heeft mij dan meerdere keren uitgenodigd om naar 'de Rede' te komen). Mijn voorganger op 'de Rede' had mij enigszins ingewijd in de geheimen en gebruikte daarbij de woorden: 'Van der Gaag heeft gezegd……..'. Hiermee bedoelde hij professor dr. Rutger Jan van der Gaag. Mijn voorganger heeft slechts korte tijd op 'de Rede' gewerkt! Ik heb ook een keer een lezing van Van der Gaag mogen bijwonen bij ons op school. Echter, Van der Gaag kan wel een lezing houden, maar het gehoor dient dan ook goed te luisteren. Als ik in januari 2004 begin, heersen er dus nog al wat dogma’s in de school. Een van de dogma’s is dat je autisten niet mag aanraken. 'Zelf wil je ook niet aangeraakt worden', kreeg ik er nog even bij. Maar wanneer U en ik elkaar ontmoeten, geven wij elkaar toch ook een hand! Je kan autisten wel degelijk aanraken, je kan ze schouderklopjes geven, je kan ze een hand geven. Meester Rob kan met ze stoeien op de dikke mat tijdens sport, gaat u maar door. Natuurlijk moeten ze dit leren, de een minder, de ander meer. Het is heel goed voor deze kinderen om aangeraakt te worden. Maar je kan ze ook niet aanraken. Misschien heb je dan andere bedoelingen, misschien wil je ze in hun koker laten, of misschien wil je hun handicap nog wat groter maken. Afgelopen donderdag maak ik een 'intervisie'-vergadering mee op 'de Rede'. Aanwezig zijn de heer Allert Everts (coördinator van 'de Rede') en de heer Peter Nooitgedagt (directeur van onder andere 'de Rede'). Een van mijn collega’s (Paul Gorter) maakt de opmerking, en deze opmerking heb ik reeds meerdere malen gehoord op 'de Rede': 'Het is niks, en het zal ook nooit wat worden'. Collega (Paul Gorter) doelde hiermee op de kinderen met een handicap in het autistisch spectrum die op onze school 'de Rede' zitten. Er werd nog aan toegevoegd 'bij ons op school knappen ze aardig op, maar met 16 - 17 jaar vallen ze toch weer terug, en dat is het'. Ik heb geen bandopname, maar het werd ongeveer zo gezegd. Ik denk, dat de ouders van deze kinderen die bij ons op school zitten, de onderwijs-inspectie, en het ministerie van onderwijs, niet blij zullen zijn met deze uitlatingen, zeg maar deze 'basis-mentaliteit' van ons. Ik ben mij er natuurlijk zeer van bewust, dat deze handicap intrinsiek is aan deze kinderen, maar ik ben er ook van overtuigd, dat wij ze zo goed mogelijk kunnen leren, om te leven met hun handicap, en om te gaan met hun handicap. Wat bovenstaande schokkend maakt, is dat de coördinator en de directeur hierbij aanwezig waren, en er niet wordt ingegrepen. Vervolgens, aan het begin van dit schooljaar krijg ik assistentie van een mevrouw Joyce van Kerkhove (sch). Zij gaat mij assisteren bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, en Engels. Het komt tot een uitermate goede en prettige samenwerking. Na elke sessie met leerlingen uit mijn klas komt zij even melden hoe het gedrag van deze jongens tijdens haar les was en wat de 'mannen' gedaan hebben. Kortom, ik ben uitermate tevreden over het werk van deze mevrouw en de rapportcijfers afgelopen januari heb ik ook samen met haar opgesteld. Ik ervaar haar als een zeer capabele collega.Wat ik zojuist gezegd heb over mevrouw Joyce van Kerkhove (sch) berust op waarneming. Ik kom namelijk bij collega’s in de klas. Mijn leerlingen gaan naar juffrouw Conny, dus af en toe ben ik even bij juffrouw Conny in de klas. Of ik breng een telefoongesprek naar juffrouw Aleida. En zo is dat eigenlijk bij alle collega’s van Kofschip Oud en Kofschip Nieuw. Juffrouw Paula (Kofschip Nieuw) en ik (Kofschip Oud) zijn buddy’s. En als ik dan bij die mensen in de klas kom dan denk ik, gaat u vooral door. Ik ga met groot respect hiermee om. En zo ook met juffrouw Joyce. Wanneer zij collega’s vervangt ben ik ook bij haar in de klas geweest, dus ik weet aardig hoe het daar dan gaat. En inderdaad ik heb haar een keer geholpen met een incident met een leerling. Ik heb ook incidenten in de klas, net als alle andere collega’s ook incidenten hebben. Op 'de Rede' heb ik meer keren de glaszetter gezien dan op 'Aquarius'! ('Aquarius', Uw school te Almere voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen)Wat schetst mijn verbazing? Er is inmiddels een heel roddelcircuit in de school ontstaan. Mevrouw Joyce van Kerkhove (sch) heeft een uitgebreid takenpakket. Zij geeft assistentie bij juffrouw Marian in de klas, bij juffrouw Jet, bij juffrouw Aleida, bij juffrouw Epie, en bij mij. Voorts vervangt zij meester John, juffrouw Jet, juffrouw Marian, en moet zij nog meer collega’s vervangen.Nu kom je als vervanger bij een ander in de klas. Je bent daar niet de vaste docent en dit geeft bij onze kinderen extra spanning. Dit weet iedere collega! De kans is dus groot dat juist tijdens de vervanging kinderen extra hun probleemgedrag laten zien. En nu wordt het interessant. Nu ga je als collega het functioneren van juffrouw Joyce aan de kaak stellen. Je gaat focussen op incidenten die bij haar in de klas plaatsvinden, en je leidt op die manier de aandacht af van je eigen problemen met jouw klas en jouw kinderen. Mevrouw Joyce zou even haar klas verlaten hebben! En als mevrouw Joyce even naar het toilet moet? Of als mevrouw even naar het kopieerapparaat moet wat in Kofschip Oud staat, als zij in Kofschip Nieuw is? De 'foutjes' van een ander worden scherp in de gaten gehouden, want hier vallen immers punten mee te verdienen ten eigen faveure! Ik zie zo vaak collega’s die hun post verlaten hebben. Oftewel als ik de ster van een ander kan doen dalen, rijst mijn eigen ster. Oftewel als ik de ander (mijn collega) naar beneden trap, dan ga ik zelf omhoog. Dit laatste heeft alles te maken met de situatie die is ontstaan rond mevrouw Joyce. Maar nu wordt het spannend. Ik geef les aan kinderen met een handicap in het autistisch spectrum. Ik ga voorzichtig met hen om. Maar ik daag ze ook uit. Ik daag ze uit om verder te komen. Dit betekent dat ik duw, of trek. Dit doe ik zachtjes, maar ik doe het wel. Vervolgens stuit ik natuurlijk op weerstand bij deze kinderen. Dit kan vervolgens wel eens probleemsituaties geven. Of laat ik deze kinderen in hun kristallijnen wereld, 'raak' ik ze niet aan, help ik ze niet verder en word ik ook niet moe en heb ik een rustige dag. Krijg ik een probleem met een kind, dan kan het zijn dat ik hulp moet inroepen van bijvoorbeeld de coördinator. Maar is dat verstandig? Blijkens bovenstaande heerst er een cultuur waarbij arglistig wordt gekeken of je al een probleem hebt. Problemen worden bij elkaar opgeteld. En vervolgens worden de problemen van de kinderen, de maat waar langs jij gemeten wordt. Nee dus, niet de hulp van de coördinator inroepen natuurlijk! Het moet vooral rustig zijn bij jou, dan versta je de kunst. Of je de leerling uitdaagt? Doe het maar niet! 'Het is niks en het wordt ook niet wat'. Tijdens een functioneringsgesprek met de heer Allert Everts, zei hij tegen mij: 'Nu heb je al problemen met de moeder van .. , en met de moeder van .. , etc.'. Inderdaad al onze kinderen hebben problemen en de ouder of ouders zijn daar niet blij mee. Met sommige ouders versta je je heel goed. Deze ouders hebben de handicap van hun kind reeds geaccepteerd. Andere ouders projecteren een deel van hun problemen op jou. Maar er vindt dus uiteindelijk een afrekening plaats tijdens je functioneringsgesprek. En zo klauteren mijnheer Allert Everts en mijnheer Peter Nooitgedagt over de ruggen van anderen omhoog. Samen met de heer Allert Everts schrijf ik na goed beraad met hem een brief aan de ouders van .. .. . Even later zegt de heer Allert Everts al, dat hij spijt heeft dat hij de brief geschreven heeft. En worden mij vervolgens verwijten gemaakt. De ouder had het probleem van het kind weer teruggeschoven naar school, oftewel op mij. Maar er was nog een factor in het spel: 'het konijn van dit kind lag op sterven'. Bovenstaande heeft alles te maken met moraliteit binnen de school. Ik acht de leiding van de school verantwoordelijk voor de belabberde stand van beschaving binnen ons instituut. Mijn verantwoordelijkheid is in ieder geval U dit te melden. Ik heb de heer Allert Everts op bovenstaande zeer duidelijk aangesproken en ik heb de heer Peter Nooitgedagt hier op aangesproken. Laatste gaf een beetje lacherige reactie en zei dat wat ik vertelde niet waar was. Ik legde de heer Nooitgedagt uit, dat hij het bovenstaande niet 'wilde' geloven. Vrijdag 10 februari 2006 is de heer Steef Höweler, Uw directeur personeelszaken, bij mevrouw Joyce op 'ziekenbezoek' geweest. Zij vertelde mij, dat dit haar goed had gedaan. Zij had haar verhaal kunnen doen aan de heer Höweler. Woensdag 15 februari had mevrouw Joyce weer willen beginnen. Dit leek de heer Allert Everts een uitstekend idee. Mevrouw Joyce wilde graag weer haar werk hervatten, maar wenste wel dat er nu duidelijke afspraken gemaakt zouden kunnen worden aangaande haar werkzaamheden. Er was onenigheid omtrent wat haar taak zou zijn. Hier was de heer Peter Nooitgedagt inmiddels ook al bij betrokken geweest. Aan het begin van dit schooljaar was het een chaotisch situatie op school. Met een bijna aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zullen de afspraken met mevrouw Joyce ook chaotisch zijn geweest. Om U dit enigszins te schetsen. De heer Allert Everts verzocht het personeel op een lijst 2 dagen aan te kruisen in de laatste week van de zomervakantie, 2 dagen waarop je zou komen werken. Ik glimlachte slechts, want ik had de hele week al voor de heer Everts gereserveerd in mijn agenda. Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, en, op zondag was ik zelfs met mijn vrouw op school nog bezig. Boeken en meubilair waren niet compleet. Enkele klassen zijn eerst later gestart in afwachting van meubilair. Een aantal boeken is op dit moment, 20 februari 2006, nog steeds niet aanwezig voor het nodige onderwijs. Enkele collega’s weten juffrouw Joyce te melden, dat zij er 'ingeluisd' is met haar takenpakket, waarover nu dus onenigheid is. sch bestond onder andere ook uit vervanging. Echter als Allert Everts aantreedt, gaat hij niet vervangen. Als hij op school is, loopt hij met zijn stoere leren pet op, zijn bruinleren 'klak' met klep, door de school. Mevrouw Joyce moet nu heel veel vervangen, de last van de vervanging komt voor een groot deel op haar schouders terecht, in allemaal verschillende klassen met allemaal verschillende leerlingen. Allert Everts zegt tegen mij, als ik hem er naar vraag, dat "hij op zijn leeftijd niet meer voor de klas gaat staan". Daar is hij tegoed voor. Na enige telefonische communicatie kon zij eerst donderdag 16 februari 2006 om 11:00 uur komen en dan zouden eerst deze afspraken besproken worden. Zij bood nog aan om dan donderdag wel gewoon om 8:00uur te beginnen. Haar werd te verstaan gegeven, dat zij eerst om 11:00 uur op school verwacht werd! Mijn mannen zien juffrouw Joyce deze donderdag in de eerste pauze en vragen aan mij waarom zij geen les hebben van juffrouw Joyce.
Deze donderdag is de heer Steef Höweler tijdens de eerste pauze op school. Ik had het idee, dat de heer Höweler de heren Nooitgedagt en Everts van te voren zou willen spreken onder zes ogen, waarna het gesprek met mevrouw Joyce van Kerkhove (sch) zou plaatsvinden tussen mevrouw Joyce van Kerkhove(sch), de heer Everts en de heer Nooitgedagt.Het werd een gesprek met 3 heren en mevrouw Joyce van Kerkhove (sch). Zij kreeg te verstaan haar taken neer te leggen en de school te verlaten. Kunnen wij hier spreken van een 'groepsverkrachting'?Of was het voor de heer Everts een training in: 'Hoe ga ik met mijn personeel om?' Was het 'huisbezoek' van de heer Steef Höweler aan mevrouw Joyce van Kerkhove (sch) nodig om tot een soort eindoordeel te komen betreffende mevrouw Joyce?Ook ik heb een huisbezoek gebracht aan mevrouw Joyce in Joure donderdag 16 februari 2006 om 20:00uur, samen met mijn vrouw, ik vond dit wel zo fatsoenlijk. Er ontstaat nu een zeer vreemde situatie, iemand die in mijn ogen goed functioneert, wordt naar huis gestuurd, terwijl de school op het punt staat uit te breiden en U extra personeel zoekt voor locaties te openen in Emmeloord en Almere, wordt ons verteld. Of hield mevrouw Joyce van Kerkhove (sch) zich niet aan de dogma’s van de school?’s Middags vindt de intervisievergadering plaats. Tijdens deze vergadering wordt ook ruimte genomen door de coördinator en de directeur om algemene schoolzaken te bespreken. Met geen woord wordt gerept over het vertrek van mevrouw Joyce van Kerkhove (sch), door de directeur niet en door de coördinator niet. Van het personeel vraagt niemand naar wat er gebeurd is met mevrouw Joyce. Wat een fijn team en wat een geweldige collegialiteit!Ik heb U een keer eerder gesproken over een 'Dachau'-situatie. En begrijpt u goed Dachau begint al voor jou als je in Nederland opgepakt wordt en op de trein wordt gezet! (Of heeft u liever een vertaling of vergelijking naar of met Oekraïne of Gaza, nu 18 mei 2025?) De heer Nooitgedagt zal wanneer u hem confronteert met de inhoud van deze brief, mijn zienswijze afdoen als 'afdenken'. Een term die hij het voltallige personeel heeft voorgehouden. Alleen 'opdenken' was/is nog toegestaan. Achterom kijken is ook verboden, wij moeten 'vooruit'. Maar ik ben door U op cursus (een post-HBO-opleiding Windesheim) gestuurd, en ik heb scherp opgelet en geluisterd. Zou het niet handig zijn als we de dingen, de zaken, de dingen die niet goed gaan, eerst goed benoemen, om vervolgens tot verbetering te komen?! Om het U nog duidelijker te maken: Uw auto doet het niet. De vraag is: Wat doet het niet? Vervolgens gaan we datgene wat het niet doet, in orde maken. Gebeurt dit niet dan zou het tot het volgende kunnen komen: Uw motor wordt uitgetakeld, terwijl Uw achterband lek is. Ik chargeer, maar dit is nodig om de belachelijkheid van het eerder uitgelegde duidelijk te maken. Om bovenstaande 'verboden achterom te kijken' nog even naar 'voren' te halen, wat is het toch dat mensen zoveel waarde hechten (of niet natuurlijk) aan evalueren? U bent het met mij eens: 'om tot verbetering te komen'. Of zoals onze collega Marlon Lynch altijd zo simpel, maar wel duidelijk (en hetgeen op mij diepe indruk maakte) tegen zijn mannen placht te zeggen: 'Wat kon beter?', U begrijpt het al, wanneer er weer even iets niet goed gegaan was. Als je het verleden niet kent, niet geanalyseerd hebt, bouw je op drijfzand. Overigens ben ik in het verleden door de heer Nooitgedagt verzocht aan zijn vergaderingen deel te nemen (te spreken, mijn mond open te doen), om ook mijn bijdrage aan de vergadering te geven. Maar U begrijpt het al, ik kreeg al gauw het sein 'bek dicht'. Nooitgedagt, Höweler, en Everts, maar ook collega’s die hier bij betrokken zijn, hebben schade toegebracht aan Uw bedrijf. De investering die wij gepleegd hebben in mevrouw Joyce, zijnde de tijd en energie die wij in haar gestoken hebben, door haar in te werken, sowieso de inwerktijd van deze mevrouw, wordt teniet gedaan. Ook mijn energie! Bij een volgende mevrouw zullen mensen zeggen: 'Ja, doet u maar', en er verder niet zoveel werk meer van maken. Voordat een volgende mevrouw weer lekker soepel draait, gaat er weer een hoop tijd verloren. Op school geeft het weer veel onrust. Leerlingen zullen weer moeten wennen aan een nieuw gezicht, en het rooster wordt weer veranderd. Dit alles zorgt weer voor veel onrust in de school. En er is weer veel schade naar buiten toe, oftewel negatieve reclame over ons instituut. Om de heer Nooitgedagt uiteindelijk toch tevreden te stellen, zal hij tot de conclusie moeten komen, dat mijn bovenstaande 'afdenken' eigenlijk 'opdenken' is. Erop vertrouwende dat U zo snel mogelijk actie zult ondernemen om bovenstaande 'dwalingen' uit de wereld te helpen, dat U deze brief gebruikt bij de verbetering van de kwaliteit van Uw instituut, en dat U deze brief ook beschouwt als een steen bij het restaureren van Uw 'kathedraal', verblijf ik in afwachting van Uw reactie. Met vriendelijke groet en hoogachting,
Ing. R. (hsc) KloostermanDe Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
PS Wanneer ik in januari 2004 begonnen ben op 'de Rede' en de heer Steef Höweler nog in de 'vogelkooi' op de Kempenaar kantoor houdt, krijg ik een schrijven van de heer Höweler, dat ik nog veel te leren heb en dat ik vooral aan mijn relaties met de kinderen moet werken en mijn eigen problemen moet oplossen. Ik was waarschijnlijk met een kind dat een probleem had bij hem geweest, en hij wenste natuurlijk liever niet gestoord te worden. Even later als hij naar huis is, zie ik een collega het dossier van een andere collega uit de kast van de heer Höweler trekken. De dossierkast is niet op slot, het kantoor wel, maar er is gemakkelijk aan een sleutel van het kantoor te komen op de Kempenaar. Wanneer ik dit meld bij de heer Peter Nooitgedagt, zegt deze over de heer Steef Höweler: 'Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten'. Mijn advies aan U is de heren Peter Nooitgedagt, Steef Höweler, en Allert Everts, een cursus ter verbetering van hun sociaal-emotionele vaardigheden aan te bieden.
_______________________________________________________________
2e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders
(OCIJ), Oosterringweg 17 8315 PS Luttelgeest
of
Postbus 2344 8203 AH Lelystad
Swifterbant, 4 maart 2006 Beste Marius, Dinsdagmiddag om 14:00 uur hebben jij en ik een afspraak met elkaar op de Schans. Echter dinsdagmiddag geef ik les tot 14:45 uur. Jij wil mij spreken naar aanleiding van mijn brief d.d. 20 februari 2006 aan jou. Enigszins verbaasd ben ik toch, dat een reactie van jouw kant zo lang uit bleef. Je vertelde mij dat het overlijden van onze collega jou in beslag heeft genomen, en dit gaat natuurlijk voor. Jouw functie is mij niet helemaal duidelijk, maar laat ik aannemen dat je voorzitter van het bestuur bent, of in ieder geval, ik weet niet beter dan dat jij het OCIJ bent. Indien ik mij in jouw schoenen verplaats en ik zou van een van mijn medewerkers een dergelijke brief krijgen, dan had ik misschien toch eerder gebeld: 'Reiger (hsc), kom even of kom ik even naar jou toe? Dan drinken we even koffie en bespreken we de zaak even'.Ik hoop dat je begrijpt dat ik de brief niet alleen geschreven heb. Deze brief is tot stand gekomen na eerst met vele mensen gesproken te hebben. Deze brief is uiteindelijk eerst naar jou toegekomen, nadat ik weer verschillende andere mensen hier hun licht op heb laten schijnen. Deze mensen, zeg maar 'mijn team', kijken nu mee en verbazen zich met mij. Jij kan mij 24 uur per dag vragen. Geef mij tijd en plaats en ik ben daar. Ik ga ervan uit, dat indien dit onder 'schooltijd' is, jij regelt dat ik naar jou toe kan komen. Ik vind het jammer, dat ik jou nu binnen relatief korte tijd (vorige keer was najaar 2003) weer spreek over iets dergelijks. Ik sprak jou over de eenvoud van het probleem. Jij bent ook meester geweest en volgens mij ben je nu zeg maar hoofdmeester. Jij vroeg dit laatst nog aan mij! (Voornaam)(achternaam)(meisje) sprak over: 'Meester Sparreboom'! Om dit te verduidelijken: Kort geleden stuurde ik 'mijn' (Voornaam)(jongen) naar het kamertje van meester Allert. Wat later ben ik naar hem toegegaan. Ik heb hem uitgelegd wat er aan de hand was, wat zijn aandeel was, hoe ik het wilde. Toen zei hij tegen mij: 'Ik begrijp het meester'. Ik vertelde hem, dat ik nu nog zijn excuses wilde. 'Sorry meester', zei hij tegen mij. Ik zei: 'Prima (Voornaam), dan ga jij nu lekker naar meester Wim'. Ik wacht op nadere instructies van jou. Met vriendelijke groet,
R. (hsc) KloostermanDe Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
(21-2-2007) We gaan naar mijn 3e brief aan de heer M.M. (Marius) Sparreboom
_______________________________________________________________
3e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ) Oosterringweg 17 8315 PS Luttelgeest
Betreft: - Boeken!!
Swifterbant, 6 maart 2006 Beste Marius, Bij mij uit de klas is vertrokken de leerling (Voornaam Achternaam). Hij is naar de Anger gegaan. Ik kreeg van de directie de opdracht hem zijn boeken mee te geven, zo was dit afgesproken met de Anger vertelde de directie mij. Ik vertelde dat ik een nieuwe jongen zou krijgen en dat ik die boeken nodig had. 'Nee!', de boeken gingen mee naar de Anger. Een andere jongen wordt eerst overgeplaatst uit mijn klas naar de klas van juffrouw Aleida, en dan word ik eerst op de hoogte gebracht! De boeken gaan mee met deze jongen naar de klas van juffrouw Aleida! Ik neem weer snel een nieuwe jongen op. Een verhuisleerling! Ik zie de heer Everts en vertel hem dat ik binnenkort met een boekenlijstje bij hem kom, boeken voor deze leerlingen. De heer Everts zegt dan tegen mij: 'Het geld is op, er mogen geen bestellingen meer gedaan worden'. Ik kan mij niet herinneren dat ik op Aquarius ooit een dergelijk probleem gehad heb. Ik hoop dat je snel actie onderneemt, want je begrijpt dat de moed me al in de schoenen zinkt als ik er aan denk dat ik een lijstje moet maken en dit ga inleveren bij de heer Allert Everts of de heer Peter Nooitgedagt. Of geldt hier ook: 'Het is niks en het wordt ook niet wat'. Ik hoop dat je het waardeert dat ik jou schrijf en op de hoogte breng van. Er heerst angst in de tent. Mensen houden hun mond dicht en mensen geven het op. Met vriendelijke groet,
De Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
28 juli 2007: Januari 2004 ga ik werken op 'de Rede' in Lelystad. In de Kerstvakantie draag ik mijn lokaal en de leerlingen op 'Aquarius' over aan mijn collega de heer Donald Harpenslager (hij werkt immers ook bij het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders). We zijn samen hiervoor naar Almere gereden. Hij werkte tot dan toe op 'De Anger' in Lelystad, maar hij heeft opdracht gekregen van het Bestuur mijn plaats op 'Aquarius' te Almere in te gaan nemen. Als ik de vakken overdraag, is telkens de vraag van de heer Donald Harpenslager: 'Heeft iedere leerling dan een boek?'. We praten over tekstboeken en werkboeken. Ik vertel de heer Donald Harpenslager dat dat op 'Aquarius' geen probleem is, dat heeft de heer Chrit Biesmans, de directeur van 'Aquarius', goed geregeld. Op 'Aquarius' werden de boeken ook gekaft, er was daar zorg voor de boeken! Maar de heer Donald Harpenslager komt van 'De Anger' en daar zijn de boeken wel een probleem. Er is daar een tekort aan boeken, kinderen moeten boeken met elkaar delen, de boeken zijn van verschillende versies en er zitten heel oude versies bij. In de klas is het natuurlijk niet handig als je uit verschillende boeken moet werken (per vak) en je moet dan ook nog eens aan verschillende niveaus lesgeven, en er worden ook driftig kopieën van boeken gemaakt. Als je aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen of kinderen met een autistische handicap les wilt geven, moet je zeker geen problemen met boeken hebben, ieder kind moet gewoon zijn eigen set boeken hebben, deze kinderen hebben al problemen genoeg, en het kan natuurlijk niet zo zijn dat de school bijdraagt aan de problematiek van de kinderen, oftewel de problematiek van de kinderen verergert! Nee, het lijkt op de scholen 'De Anger' en 'de Rede' van het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) REC-Flevoland wel Afrika. Boekenproblemen mijnheer Marius Sparreboom??!! En daar bent U nu verantwoordelijk voor. En verantwoordelijkheid dragen is wel een vaardigheid waar je over zou moeten beschikken als je directeur en voorzitter van het Bestuur van het OCIJ bent. U en het Bestuur, denkt dat U verantwoordelijkheid draagt, maar U draagt geen verantwoordelijkheid. Indien U verantwoordelijkheid zou dragen, zou U namelijk anders opereren. In dit Bestuur ontdekken wij eerst veel later, zit op dat moment, 6 maart 2006 de datum van mijn 'Boekenbrief' ook een rechter van de Rechtbank Lelystad, mevrouw mr. Anja Otten-van Holten. 6 Maart 2006 is er ook een Raad van Toezicht. Een van de Commissarissen in deze Raad van Toezicht is mevrouw: Mevrouw E. (Elisabeth) Zwart-Horstman
> Taner/Informatie over Mw. E. Zwart-Horstman, griffier kinderrechter_voorzitter klachtencommissie.pdf Van de Kamer van Koophandel kregen we ook nog telefonisch door haar woonadres Buitenplaat 71 te Lelystad. Deze mevrouw Elisabeth Zwart-Horstman gaat echt geen Toezicht uitoefenen op haar Kinderrechter mevrouw mr. Anja Otten-van Holten, haar 'bazin' in de 'werk'-praktijk, zullen we maar zeggen. Mevrouw mr. Anja Otten-van Holten zit veilig, zij is "geborgd". Heel toevallig wonen/woonden aan de Buitenplaats te Lelystad meerdere echte slachtoffers waarover onze site - www.deregentegenhouden.nl - ging, slechts een aantal huisnummers verder. De Rechtbank Lelystad is stevig/flink vertegenwoordigd in het Bestuur en de Raad van Toezicht van het Orthopedagogische Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), de latere Eduvier Onderwijsgroep (per 1 januari 2008).
Per 1 januari 2008 wordt de Stichting Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) de Eduvier Onderwijsgroep. Mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten eerst medebestuurder naast haar grote vriend Marius Sparreboom, stapt nu over, zij wordt Voorzitter van de Raad van Toezicht van de nieuwe Eduvier Onderwijsgroep, rechtsopvolger van het OCIJ. Zij stapt over in de volgende roeiboot. Vrijdag 13 augustus 2010 kantelt hun bootje en slaan ze overboord in de woeste baren (de onstuimige zee).
_______________________________________________________________
4e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Swifterbant, 8 maart 2006 Beste Marius, Vandaag werd ik gebeld door Peter. Hij wilde graag een gesprek met mij. Ik vond dit een zeer positieve ontwikkeling. Dus ik vertelde hem, dat ik graag met hem een gesprek wilde. Ik vertelde dit ook nadrukkelijk aan enkele collega’s. Vanmiddag hebben wij in mijn lokaal dit gesprek gevoerd, van 13:00 - 14:00 uur. Peter vertelde mij, dat hij de brief had gelezen. Hij vond mijn brief geloof ik een beetje chaotisch en dat er geen touw aan vast te knopen was. Ik vond dit niet leuk, en vertelde hem hoe de brief tot stand is gekomen, en dat onder andere een bestuurder van een andere grote school mij nog heeft geadviseerd hierbij. Hij vond dit niet leuk geloof ik, maar goed ik had hem al verteld, dat ik de brief niet zomaar even geschreven heb. Betreffende mevrouw Joyce gaf hij geen krimp. Wij noemen dat 'de hakken in het zand zetten'. Ik vertelde Peter dat op 'Aquarius' wij een pedagogische map en een didactische map hadden per klas, en dat deze mappen klaar lagen voor een vervangende docent bij ziekte of wat dan ook. Hij zal mij toch niet voor niks naar 'de Rede' gehaald hebben? Peter maakte geen aantekeningen bij het gesprek, terwijl ik hem toch belangwekkende informatie gaf. Ik vertelde Peter betreffende een incident bij juffrouw Marian in de klas. Mevrouw Joyce verving daar in verband met ADV en een jongen uit deze klas vertoonde wel erg vervelend gedrag. Ik adviseerde mevrouw Joyce de ouders van de betreffende jongen te bellen. Later werd mevrouw Joyce te verstaan gegeven door juffrouw Marian Brouwer, dat mevrouw Joyce niet had te bellen met de ouders, dat alleen de groepsleerkracht dit 'recht' heeft. Vervolgens werd ik nog even door juffrouw Marian Brouwer hierin 'bijgeschoold'. Op dit moment zijn juffrouw Wietha, juffrouw Paula en juffrouw Elinesch bezig een protocol te schrijven in verband met vervanging. Zij lopen ook tegen problemen aan bij de vervanging. Oftewel wat eigenlijk op papier zou moeten staan omtrent vervanging, zodat een dogma vervangen kan worden door een protocol. Maar jij begrijpt onderhand wel dat ik wars ben van protocollen. Een leek snapt dat als juffrouw Marian Brouwer ADV heeft en juffrouw Joyce de klas 'doet', juffrouw Joyce met ouders kan en moet bellen. Ik chargeerde nog even voor Peter. Mocht de leerling overlijden en dood in de klas liggen, dan zegt juffrouw Marian Brouwer: 'Dan ga ik morgen, als ik weer terug ben, contact opnemen met de ouders', immers juffrouw Joyce mag dit niet doen. Ik vertelde Peter dat ik altijd probeer de ouders ook in contact te brengen met onze vakdocenten. Toevallig had ik vanavond een gesprek met de moeder van (Voornaam Achternaam) en zij zou het op prijs stellen volgende week bij juffrouw Conny langs te gaan om even met haar te praten en de werkstukken van haar zoon te bekijken. Morgen ga ik dit direct regelen met juffrouw Conny en ik weet zeker dat juffrouw Conny dit heel leuk vindt. Ik vertelde Peter dat juffrouw Joyce hier heel andere ervaringen mee had. Zij was een keer in gesprek met een groepsleerkracht, en toen de ouders van een van de leerlingen binnenkwamen, wendde de groepsleerkracht zich naar de ouders, begon het gesprek met de ouders en mevrouw Joyce bestond niet meer. Nu werd mij weer verteld dat ouders geklaagd zouden hebben over juffrouw Joyce! Eerst zouden het collega’s zijn. Tegen juffrouw Joyce is ook gezegd dat er 'andere trajecten met haar ingezet zouden worden'. Dat vind ik nou ook zo’n vervelende term. Voorts begon Peter over het feit dat er een reden was, dat ik op 'de Rede' was komen werken, omdat ik op 'Aquarius' nog al wat problemen had gehad met Chrit, je weet wel, daar waar jij een 'patroon' zag. Ik vertelde Peter dat ik een prachtige referentie heb gekregen van Chrit, twee zelfs, en dat ik daarover zeer tevreden ben. Ik vertelde Peter over meester John, die het niet voor elkaar krijgt om boeken te regelen voor de kinderen van zijn klas. De jongen die binnen kwam, (Voornaam), toen jij en ik met elkaar in gesprek waren, komt uit de klas van meester John, en ik help nog een jongen, (Voornaam), uit de klas van meester John, bij het maken van kopieën van boeken, zodat ze toch lekker kunnen studeren. Voorts schijnt juffrouw Wietha problemen te hebben bij het verkrijgen van boeken. Juffrouw Carin heeft hier ook al problemen mee, en juffrouw Ria vertelt mij hier ook al verhalen over. Volgens juffrouw Aleida hebben wij boeken genoeg. (Juffrouw Aleida Ypma is een soort van informele schoolleidster bij ons. Haar adagium: 'Geen boeken dan moeten we ze maar kopieren'), Ik vertelde Peter, dat ik jou verteld had, dat ik laatst een zeer ernstig incident met een leerling heb gehad, die in een psychose raakte, waarbij Peter bijna een oog is kwijt geraakt, of nog erger. Denk maar even aan de balpenmoord. Ik heb jou verteld dat ik Peter enorm dankbaar ben voor de hulp die hij mij toen geboden heeft. Wij zijn toen bijna twee uur met deze jongen bezig geweest. Ondanks al de agressietrainingen die wij hebben gehad werd deze Peter Nooitgedagt toch net naast zijn oog geraakt. Ook vertelde ik Peter dat er met Allert eigenlijk best goed is samen te werken op een plezierige manier. Maar ik vertelde Peter wel, dat wat er nu gebeurd is met juffrouw Joyce, dat ik dat niet wil. Ik haalde ook nog even Marc Erhardt(sch) aan, jou vertelde ik zelfs Marcsch alsnog maar een excuusbrief te schrijven. Deze man heeft zich geweldig ingezet voor onze school, en dan op zo’n manier eruit. Maar je weet het standpunt van Peter al. Tegen mij zei hij nu dat dat een gepasseerd station was. Nooitgedagt leeft niet graag in het verleden, we moeten vooruit. De heer Nooitgedagt houdt niet van 'afdenken'. Een term die hij het voltallige personeel heeft voorgehouden. Alleen 'opdenken' was/is nog toegestaan. Achterom kijken is ook verboden, wij moeten 'vooruit'. Achterom kijken is voor Peter Nooitgedagt een vorm van 'afdenken', en 'afdenken' mag niet meer van Peter Nooitgedagt. We kijken niet meer naar het verleden. Maar gelukkig gaan wij nog over ons eigen denken. Ook sneed ik nog even aan dat wij nu, woensdag 8 maart 2006 nog steeds niet weten wat wij tegen de kinderen moeten zeggen. De kinderen vragen aan mij natuurlijk naar juffrouw Joyce en waarom zij geen les hebben van juffrouw Joyce. 'Er is iets aan de hand met juffrouw Joyce maar jij wil het ons niet vertellen hè?', zeggen ze tegen mij. Ook vertelde ik Peter dat ik een jongen heb opgenomen, nu bijna twee
weken geleden, maar dat ik nog steeds geen orthopedagogisch verslag van
deze jongen heb. Jij viel over het door mij gebruikte 'kut', maar 'kut' is gewoon 'kut'. Kijk eens in de Van Dale: 'als eerste lid in samengestelde zelfstandig naamwoorden ter aanduiding dat het in het tweede lid genoemde hoogst vervelend, onaangenaam is, bijvoorbeeld kutweer'.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
We gaan naar mijn 5e brief aan de heer M.M. (Marius) Sparreboom
_______________________________________________________________
5e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders
(OCIJ), Oosterringweg 17 8315 PS Luttelgeest of Postbus 2344 8203 AH Lelystad
Betreft: - 'patronen' Swifterbant, 10 maart 2006 Beste Marius, Afgelopen dinsdag (7 maart 2006) hadden jij en ik een gesprek in mijn lokaal. Op een gegeven moment zag jij een 'patroon' bij mij. Toen ik solliciteerde bij jou, jij en ik hadden toen een gesprek, heb ik jou open en eerlijk verteld over mijzelf en mijn vorige school. Op dat moment had ik uitvoerig beschrijvend materiaal bij mij, en ik had natuurlijk mijn diploma’s bij mij, dit alles lag op tafel toen. Jij hebt beiden niet 'gezien' toen. Marius het interesseerde je niet, je had er maling aan, je gaf er niet om.Inderdaad op 'Aquarius' heb ik behoorlijke problemen gehad met de 'leiding', of andersom. Echter zoals ik je verteld heb, wil ik problemen graag oplossen, en daarna weer lekker aan de slag. Zoals je nu onderhand wel zult weten doorbreek ik graag patronen. Bijgaand doe ik je toekomen het kopie van het Getuigschrift dat ik kreeg van Chrit d.d. 15 december 2003, en een kopie van het Functioneringsgesprek OCIJ > Eindgesprek d.d. 6 januari 2004 door Chrit en mij ondertekend. Je zult begrijpen dat ik hier erg blij mee ben. Je bent van harte welkom het 'materiaal' van mijn vorige werkgever/school, voordat ik in dienst trad bij jou, te komen bekijken. Je zult onder de indruk zijn. Ik beschouw mijzelf als een meesterknecht, dus ik wil graag jou, Peter en Allert ten volle respecteren. Maar ik wil ook met respect behandeld worden, en ik wil dat mijn collega’s met respect behandeld worden. Met vriendelijke groet en hoogachting,
R. (hsc) KloostermanDe Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
Bijlagen:
Aanvulling (15 oktober 2007) op mijn brief van 10 maart 2006 aan M.M. (Marius) Sparreboom, de brief met als titel 'patronen' : In het gesprek dat ik dinsdagmiddag 7 maart 2006 had met de heer M.M. (Marius) Sparreboom vertelde hij mij dat hij het zeer ernstig vond, dat ik de heer Allert Everts (coördinator van de school 'de Rede'), de heer Steef Höweler (directeur personeelszaken van de stichting OCIJ REC-Flevoland), en de heer Peter Nooitgedagt (directeur scholen OCIJ Lelystad) zou hebben beschuldigd van 'groepsverkrachting'. Aangezien ik er van houd de dingen duidelijk te benoemen voor leerlingen, maar ik door ervaring heb geleerd dat dit voor volwassenen nog veel belangrijker is, zal ik het nog duidelijker definiëren voor de heer Sparreboom. De aanloop naar het gesprek met mevrouw Joyce, het bezoek van de heer Steef Höweler 10 februari 2006 aan mevrouw Joyce thuis in Joure, datgene wat mevrouw Joyce mij reeds verteld had, en vervolgens de aanwezigheid van de drie heren op de bewuste donderdagmorgen 16 februari 2006 in de school 'de Rede' en vervolgens het gesprek dat mevrouw Joyce om 11:00 uur had met deze drie heren, en daarna de zéér aangeslagen mevrouw Joyce die die morgen eerst nog een rustige, vriendelijke, en kalme indruk op mij maakte, maakte dat het optreden van deze drie heren op mij overkwam als een Gestapo-achtige activiteit (Geheime Staatspolizei), als een Nazi-achtige praktijk. Mevrouw Joyce werd door deze drie heren de school 'uitgetrapt', dit is een gezegde of een uitdrukking, dat begrijpt u wel, hè, mijnheer Marius Sparreboom, en Uw rechter mr. J.A. Schuman niet te vergeten natuurlijk, niet met de stalen punten van hun schoenen of laarzen natuurlijk, ben je gek zeg. Dit was dan ook één van de redenen, dat mijn 1e brief van 20 februari 2006 aan de heer M.M. (Marius) Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) REC-Flevoland, als titel meekreeg: een 'Dachau'-situatie.Zo u wilt mijnheer Sparreboom willen of kunnen wij ook een vergelijking maken met wat er nu in Oekraïne gebeurt, of in Gaza misschien? Omdat u nog steeds moeite heeft met het Nederlands mijnheer Sparreboom komen wij nog even terug op het begrip 'verkrachten'. Onze Van Dale geeft - geweld aandoen: de mythe wil leren en verkracht de natuur tot haar doel (Brill) en - op grove wijze schenden, syn. vertreden: de wet, de heiligste rechten verkrachten. We kijken nog even verder: ernstig schenden, 'de wet verkrachten', schofferen, ernstig overtreden, misbruiken, 'machtsmisbruik', vertreden. Drie heren met één vrouw in een kamer met de deur dicht is een zeer onveilige situatie, mijnheer Sparreboom! Er werken dames genoeg op uw instituut, wat zeg ik, het merendeel is vrouw. Waarom was er niet een vrouw aanwezig bij dit gesprek? En fatsoenlijk gesprek was het zeker niet! 10 Mei 2022 wordt mijn oud-collega mevrouw Joyce van Kerkhove sch de toegang tot de Openbare Strafrechtzitting in de "grote" Strafzaak tegen ondergetekende Meester Reigeriensissch Kloosterman, geweigerd. Zij is een van de zeven getuigen ingebracht door de Verdediging.13 December 2002, tijdens de 3e zitting in deze "grote" (Foppen 25 november 2021) Strafzaak, worden al onze getuigen om zeep geholpen door Voorzitter Raadsheer mr. W. Foppen in het Gerechtshof Leeuwarden. Mevrouw Van Kerkhovesch hadden wij graag willen vragen naar en over wat er zich in die kamer heeft afgespeeld, en hoe zij daar zelf nu over oordeelt. Waarom moet Raadsheer mr. W. Foppen zover gaan dat hij mijn oud-collega mevrouw Joyce van Kerkhovesch zelfs de toegang tot de Openbare Strafrechtzitting ontzegt. Ziet hij een 'heks' in haar? Is dit alles nodig om mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten veilig te stellen, te "borgen". Is Foppen bang dat zij, mevrouw Joyce van Kerkhovesch straks met haar bezem zijn raadszaal gaat uitvegen, met de hele handel erbij, raadsheren, AG advocaat-generaal, en griffier, en dat zij allemaal het Zaailandplein op vliegen, waar een woedende menigte klaar staat om hen met rotte eieren en tomaten te bekogelen. Mevrouw Joyce van kerkhovesch is moeder van 4 volwassen zonen (speciaal voor mevrouw Janneke Sparreboom-van der Spoel). Per slot gaat het in dit "grote" (Raadsheer Foppen 25 november 2021 in het Gerechtshof Leeuwarden) Strafproces wel over "heksen", althans het woord "heks". 27 December 2022 zal ondergetekende, Meester Reigeriensissch Kloosterman ook worden veroordeeld in dit "Heksenproces" om het gebruik van het woord "Heks". Als de drie heren, Steef Höweler (directeur personeelszaken van de stichting OCIJ REC-Flevoland), de heer Peter Nooitgedagt (directeur scholen OCIJ Lelystad), en de heer Allert Everts (coördinator van de school 'de Rede'), donderdag 16 februari 2006 om 11:00 uur samen met mevrouw Joyce van Kerkhovesch in de kamer verdwijnen, is mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten medebestuurder naast haar vriend Marius Sparreboom van het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerploders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ). We kunnen gerust spreken van vriend en vriendin, want nadat zijn medebestuurder was naast haar Marius, schuift ze door en wordt zij Voorzitster van zijn Raad van Toezicht, totdat ze overboord lazert, vrijdag 13 augustus 2010 samen met haar Marius.
Mevrouw rechter mr. Anja van Holten hier als Voorzitter van de Rechtbank Lelystad in 2013 in de zaak rond de dood van grensrechter voetbal Richard Nieuwenhuizen. Wij zitten 's avonds naar het NOS-journaal te kijken en wie rolt daar zo maar in ene je woonkamer binnen, jawel hoor, mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten. We maken even een fotootje van ons televisiescherm. Zou ze van haar man af zijn, of vrouw? Zij gaat vanaf nu door het leven als 'Van Holten', onder haar meisjesnaam. Zij heeft zich vrijgemaakt, of haar partner wilde het niet langer. (Anja van Holten rechter NOS Eduvier Onderwijsgroep.jpg(width"551 x height"309")24 Mei 2006 bel ik met de Kamer van Koophandel Flevoland en omstreken in Lelystad en vraag naar het Bestuur van het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ). Mevrouw Anja Otten-van Holten blijkt medebestuurder te zijn naast, samen met Marius Sparreboom. Ik krijg het privé-adres van mevrouw erbij. Bij de Kamer van Koophandel Flevoland en omstreken vertelden ze er nog niet bij dat zij rechter is/was bij de Rechtbank Lelystad, bij de Rechtbank Midden-Nederland, bij het Arrondissement Midden-Nederland. Daar komen wij eerst achter door gedegen eigen onderzoek, en vinden haar bij een Woningbouwvereniging of wooncorporatie Stichting Woonpalet in Zeewolde. Begrijpelijkerwijs daar zit zij ook in zelfs de Raad van Toezicht. een rechter in je Bestuur of Raad van Toezicht geeft Status, laat zien dat je de zaken goed voor elkaar hebt. Zo een mevrouw Anja Otten-van Holten is voor hen het Boegbeeld dat bij hen aan de gevel hangt boven hun entree, in plaats van aan de boeg van het schip. Deze mevrouw rechter mr. Anja-Otten van Holten is dus 4 mei 2006 'Dodenherdenking', de datum dat mijn ontslag geëffectueerd wordt 'Namens het Bestuur' door Marius Sparreboom, mijn 'Bazin'. En vanaf 1 januari 2008 is zij Voorzitster van de Raad van Toezicht van de Eduvier Onderwijsgroep, rechtsopvolger van het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ). Al mijn Elf Brieven aan Marius Sparreboom stuur ik ook deze mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten op haar privé-adres, om te voorkomen dat Marius Sparreboom mijn post aan haar op school zou confisqueren, en zou weghouden voor haar. Mevrouw Anja Otten-van Holten heeft nooit gereageerd op mijn en onze schrijvens. Daar is zij natuurlijk te goed voor. Zij spreekt niet met minderen, zij spreekt hooguit tot minderen. In de Rechtbank spreekt zij jouw vonnis uit over jou. Zij is natuurlijk een 'meerdere' onder ons, eender als Marius Sparreboom, die draagt het ook uit naar je, hij brult het je toe (brullen zo als een leeuw doet): "Niet in een brief aan je meerdere!"
Per 1
januari 2008 gaat het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ)
heten
_______________________________________________________________
6e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
of Postbus 2344
Swifterbant, 17 maart 2006 Geachte heer Sparreboom, Mij is ter ore gekomen, dat er met mijn collega John Hidding onderhandelingen gevoerd worden door Uw directeur, de heer P(eter) Nooitgedagt, over een leidinggevende functie aan een nieuw te openen locatie van Uw instituut te Almere (aanvulling 4 april 2007: 'Het Nautilus College', 'school voor leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum' of 'VSO-school voor leerlingen binnen het ASS autistisch spectrum syndroom') De heer Hidding is een relatie begonnen op onze school met mevrouw Wendy de Vos. Zij verwachten binnenkort samen een kind. Als op school bekend wordt dat beiden een relatie hebben zijn diverse collega's geschokt. Collega's vertellen over de heer Hidding, dat hij nog niet lang daarvoor over zijn huwelijk sprak in positieve zin. Hij is op dit moment nog volop bezig zijn voorgaande relatie te beëindigen en tegelijkertijd krijgt hij al met mevrouw De Vos een kind. Ik heb begrepen dat de heer Hidding al grote kinderen heeft, die op dit moment afstuderen aan Hogescholen. De heer Hidding heeft op dit moment dus nogal wat aan zijn hoofd. In de klas van de heer Hidding hebben de leerlingen natuurlijk al lang door, wat er zich afspeelt tussen meester John en juffrouw Wendy. Het levert veel spanningen op in deze groep. Zijn deze spanningen misschien geprojecteerd op mevrouw Joyce? Uiteindelijk maakt de heer Hidding zijn relatie met juffrouw Wendy bekend. De reacties van de leerlingen gingen onder andere over de leeftijd van de heer Hidding en het leeftijdsverschil tussen beiden. De leerlingen waren niet zachtzinnig in hun uitdrukkingsvermogen. Het waren uiteindelijk collega's die de heer Hidding en mevrouw De Vos er van moesten overtuigen om hun verhouding aan de kinderen bekend te maken. Ik werkte op een grote school in Zeeland, een agrarische school met 4000 leerlingweken. De Voorzitter van ons Bestuur wilde graag Dijkgraaf worden van het Waterschap aldaar. Een van mijn collega's, tevens agrariër, vertelde mij dat dat toch geen doorgang kon vinden. Onze voorzitter had zijn huwelijk opgegeven, hij speelde naar buiten toe de mooie meneer, maar zijn gezin bejegende hij zeer onheus, en hij was een nieuwe relatie begonnen. Mijn collega vertelde mij, dat zij toch een standvastiger iemand zochten voor de functie van dijkgraaf. Dat een huwelijk beëindigd zou kunnen worden daar heb ik geen problemen mee, maar bouw het dan eerst fatsoenlijk af tot tevredenheid van alle partijen, zoek eerst rust, en begin eerst daarna aan een volgende relatie. De brievenbus op school ligt vol met privé-post van de heer Hidding. Brievenbus zeg ik!, het ligt allemaal uitgespreid op de grond in het halletje van Kofschip Oud. Op school vertellen mijn collega's hoe de heer Hidding in de omgang is en ik pleeg mijn eigen waarnemingen. Aan de buitenkant moet het er allemaal goed uitzien, en collega's zeggen 'hij wil er jong uitzien', maar in werkelijkheid ziet de heer Hidding er erg vermoeid en slonzig uit. Hij heeft natuurlijk nogal wat aan zijn hoofd op dit moment! Collega's vertellen mij dat hij tegen mevrouw Joyce van Kerkhove(sch) heeft lopen schreeuwen: 'Ik kan er voor zorgen dat jij ontslagen wordt!'. Wel dat je in de Medezeggenschapsraad zit, de heer Hidding zit in de MZR, wil nog niet zeggen dat je dan dergelijke taal uitkraamt. Maar misschien is de Medezeggenschapsraad Uw kraamkamer voor iedere functie boven 'ons' ('wij' zijnde de 4e bestuurslaag). Misschien dat als je in de Medezeggenschapsraad zit en op de hand van de directie bent dat je dan hoger in de hiërarchie eindigt? Het is de heer Hidding die het niet voor elkaar krijgt de leerlingen uit zijn klas van voldoende boeken te voorzien. Ik heb hem een heel aantal boeken afgestaan. Boeken die bedoeld zijn voor mijn leerlingen. Ook heb ik zijn 'mannen' (twee van zijn leerlingen) geholpen met het kopiëren van boeken toen mijn boeken op waren. Dit alles is steeds in overleg gegaan met de heer Hidding. Steeds heb ik zijn leerlingen gezegd, Haal een briefje bij je meester!, voordat ik ze hielp. (Briefjes!) Op een gegeven moment kwam de heer Hidding bij mij en zei dat we acuut gingen stoppen met deze 'boekenuitgifte'. Nu ineens vertelde hij mij dat de honger van deze leerlingen naar gewoon de boeken die zij nodig hebben om te kunnen studeren, 'pathologisch' is. Ik begrijp dat hij bedoelt dat hij het ziekelijk vindt. Nu is dit laatste niet zo moeilijk, onze kinderen hebben een autistisch etiket opgespeld gekregen, dus daar kunnen wij veel onder schuiven. Nu heb ik met de heer Hidding alweer een volgende afspraak gemaakt. Hij leent een boek uit mijn klas van een van mijn leerlingen. Om de dag is het boek bij hem, en dan weer bij mij. Afgesproken is met de leerlingen, de ene dag een dubbele portie wiskunde te doen, waarna het boek naar de andere klas gaat voor daar een dubbele portie wiskunde. Het boek is naar de heer Hidding gegaan en niet meer teruggekomen. Op dit moment 'hannes' ik maar wat in mijn klas. Ik neem het de heer Hidding hoogst kwalijk dat hij zich niet aan zijn afspraak gehouden heeft. De heer Hidding remt zijn leerlingen ook af in hun studieproces. Mijn leerlingen mogen tijdens de pauze, tijdens keuze, tijdens het Spel, studeren als zij dat willen. Toen U mij kwam opzoeken 7 maart 2006 en U bij mij het lokaal 'betrad' (aanvulling 4 april 2007: U was net de kardinaal die binnenkwam, U 'schreed' binnen, zéér ernstig kijkend, U was aangeslagen leek het, U ging heel langzaam zitten waarschijnlijk om de ernst van de situatie nog wat te benadrukken, U sprak niet!, dit was waarschijnlijk weer nodig om de 'stilte' nog wat te benadrukken, waarmee U mij de gelegenheid gaf om tot U te zeggen: "Wat doet er op, Marius, waarmee kan ik je helpen?"), was ik van 14:00 tot 14:30uur op verzoek van een leerling tijdens Speltijd deze jongen aan het helpen bij zijn studie. Zijn ouders staan volledig achter mij! De heer Hidding remt dit af. De ouders van zijn kinderen zijn daar niet blij mee. (E.). De heer John Hidding heeft altijd veel te vertellen op school. Ik begrijp dat dit een valstrik is, door de heer Hidding uitgezet, om hem te kiezen voor een leidinggevende functie, en tegelijkertijd is dit een valkuil voor de heer P(eter) Nooitgedagt, Uw directeur. De heer Hidding valt in de categorie van mensen die er van uitgaat dat als er nieuw personeel binnenkomt, dat deze mensen onbeschreven bladen zijn met geen enkele achtergrond. Deze nieuwe mensen zijn voor hem lege vaten die gevuld moeten worden. Het komt een beetje kolderiek over als hij zijn wijsheden verkoopt aan mensen, die deze kennis al lang in huis hebben. Denkt U even aan de brief die ik in januari 2004 kreeg van Uw heer Steef Höweler, directeur personeelszaken: 'dat ik nog veel te leren had en dat ik vooral aan mijn relaties met de kinderen moest werken'. Als ik het 3 maanden allemaal alleen uitgezocht heb op de Kempenaar en mijn klas draaiende heb, dan komt mevrouw Marja van der Hoek (Uw coördinatrice) mij 'inwerken'. Ziet U ons eigenlijk wel voor 'vol' aan. Het lijkt mij onjuist, dat U op dit moment onderhandelingen voert met de heer Hidding over een leidinggevende functie. U begrijpt dat de heer Hidding bij mij op een lijst staat en achter zijn naam staat vermeld: Wat beter kan. Mevrouw Wendy de Vos heeft tegen/over mevrouw Eline Rijnhoudtsch, die bij haar vervangt, een opmerking gemaakt in de trant van: 'Ik kan ervoor zorgen dat jij/zij eruit gaat'. Mevrouw De Vos vindt mevrouw Eline Rijnhoudtsch niet geschikt voor haar groep en het speciaal onderwijs in het bijzonder. Mevrouw De Vos voegde er nog aan toe dat mevrouw Eline Rijnhoudtsch beter elders haar werk kon zoeken. Ik heb begrepen dat juffrouw Paula en juffrouw Wietha zich hierover beklaagd hebben bij de heer P. Nooitgedagt. Maar ja, juffrouw Paula en juffrouw Wietha zijn natuurlijk nog ongevulde kruiken! Aanvulling 4 april 2007: mevrouw Wendy de Vos verzorgt op dit moment (4 april 2007) de ADV-vervanging op 'Het Nautilus College' (OCIJ), te Almere. De tortelduifjes zijn gescheiden door het management. In afwachting van Uw reactie, verblijf ik.
7e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ) Oosterringweg 17 8315 PS Luttelgeest of Postbus 2344 8203 AH Lelystad
Betreft: - 'Eruit!'
Swifterbant, 18 maart 2006 Geachte heer Sparreboom, Dinsdag 7 maart 2006 hadden U en ik een gesprek in mijn lokaal. U vertelde mij, dat U vond dat als een van 'ons' (waarschijnlijk bedoelde U met 'ons' iedereen onder het directieniveau?) niet deugde, niet werkte, niet de arbeidsprestatie neerzette die verwacht mocht worden van 'ons', U vindt dat diegene er dan ook uit moet. Immers vertelde U mij, 'wij' verdienen er genoeg mee. 'Wij' verdienen er een vorstelijk salaris mee. Het woord 'kut' waar ik U inmiddels al over geschreven heb, daarvan gaf U toe in dit gesprek met mij dat U het woord wel kende en ook wel eens gebruikt had misschien, maar U riep mij toe: 'Niet in een brief aan je meerdere!'. U vertelde mij ook dat U zonder emotie boven de partijen stond. U vond dit wel handig. Partijen zijn Peter Nooitgedagt (directeur) en Allert Everts (coördinator) ten opzichte van mij? Uw bedrijf maakt geen houten blokjes. Ziet U het kopie van het Functioneringsgesprek OCIJ > Eindgesprek d.d. 6 januari 2004 door Uw directeur van Uw school 'Aquarius' te Almere, de heer C.G.A. Biesmans, en mij ondertekend. Ik stuurde U dit Eindgesprek 10 maart 2006 (5e brief aan Sparreboom) toe. In de kop van dit document spreekt U over: 'Bij dit alles staat natuurlijk het kind, ons product, centraal'. Maar ik meldde U toen al in dezelfde kop, dat 'het kind niet ons product is'.U ziet 'ons', Uw medewerkers, als 'horigen'! Zelfs de kinderen eigent U zich toe. Maar het zijn niet Uw kinderen, de kinderen komen uit gezinnen, en zijn geboren uit vaders en moeders. Najaar 2003 heb ik U al gezegd, dat ik met de leerlingen omga, zoals ik ook zou willen dat er met mijn kinderen omgegaan zou worden, indien mijn vrouw en ik kinderen gehad zouden hebben. Ik probeer dit naar beste kunnen. Dit leest U ook in dit verslag van functioneren, onderaan blad 6. In het gesprek dat ik woensdag 8 maart 2006 met Uw directeur, Peter Nooitgedagt, had, heb ik de Sportman in hem aangesproken. Hij was Uw coördinator, en misschien is hij dit nog wel, sport, en bewegingsonderwijs. De heer Allert Everts, mijn coördinator, gaf of geeft misschien nog steeds 'loop'-trainingen(atletiek) aan mensen. Hij was ook betrokken bij de Houtwijkloop in Dronten afgelopen december. Maar het gedrag van beide heren is zeer onsportief, het is het gedrag wat ook lafaards vertonen. Aan ons wordt gevraagd als een team te opereren. En zeker in dit onderwijs, het speciaal onderwijs, moet je als een team opereren. Daar zijn de mentoren, de groepsleerkrachten, de vakdocenten, de buddy’s, de orthopedagogen, de trainer Sociale Vaardigheden, de trainer PMT(Psycho Motorische Therapie), de conciërge, de directeur, de coördinator, en U. Maar als U op een unfaire wijze met deze mensen omgaat, hoe kunt U dan verwachten, dat deze mensen allemaal goed zullen functioneren. Is de uitkomst van het teamresultaat, niet een gevolg van Uw commandostructuur? U trapt goed functionerende mensen eruit, op valse gronden, en op gemene wijze. Vele van bovengenoemde mensen zetten een unieke onderwijsprestatie neer, maar bij sommigen en soms gaat het fout. Stuurt U vooral deze laatste groep aan, begeleidt U juist hen. Maakt U onderscheid tussen wat goed gaat en wat beter kan! Op dit moment voert U een terreurbewind. Wandelt U eens door Uw kerk, begint U gewoon met eens te kijken, te observeren, te 'zien' waar deze mensen mee bezig zijn. Geeft U juffrouw Conny eens een compliment, geeft U juffrouw Carin eens een compliment, juffrouw Paula(wij zijn buddy’s), juffrouw Wietha, juffrouw Mirjam. Ik stop even, maar ik heb hier nog een hele lijst liggen, met mensen, en om het U makkelijk te maken, ik heb hun verdiensten, de kwaliteiten van deze mensen, erbij gezet. Een ieder staat op deze lijst, en bij sommigen heb ik daarnaast nog vermeld: wat beter kan. Op dit moment bent U bezig met de bouw van de nieuwe school voor 'de Rede'. Onder ons zijn er die denken, dat als het nieuwe gebouw er is, dat alle problemen dan opgelost zijn. Deze mensen denken, dat het aan het gebouw ligt. Maar het is niet het gebouw dat er voor zorgt dat er een school 'staat', het zijn de mensen, het personeel dat bepaalt of er sprake is van een school. Met respect wil ik behandeld worden, en ik wil dat mijn collega’s met respect behandeld worden. Zorgt U voor een goed management, voor een goed personeelsbeleid, dan zullen 'wij' voor 'Uw' kinderen zorgen. Trap er geen mensen uit om vervolgens te zeggen dat U Uw ziekteverzuim naar beneden gebracht heeft. Voorts begrijpt U, dat het niet zo kan zijn dat de personeelschef de vertrouwenspersoon van de school is. Een zittende collega (een die er nog niet is uitgetrapt), zei tegen mij over deze vertrouwenspersoon: 'Een wolf in schaapskleren is het!' Ik, maar ook anderen, beschikken over niet meer dan de Memo van Allert Everts d.d. 17-02-06: 'Wat betreft de inzet van Joyce is een en ander nog niet afgerond. Hierover worden tot die tijd geen mededelingen door ons gedaan'. Deze week kom ik bij ouders thuis. Zij laten mij een brief zien in verband met mevrouw Joyce van Kerkhove (sch), door Uw school hen toegestuurd. Ik, het personeel?, mijn klas, 'mijn' ouders, hebben dan nog niet een dergelijke brief ontvangen!Is de regel, dat U vindt, dat indien je niet deugt, niet werkt, niet de arbeidsprestatie neerzet die van je verwacht wordt, U vindt dat je er dan uit moet, ook voor U zelf geldig? U bent verantwoordelijk voor een open en eerlijk personeelsbeleid. U bent verantwoordelijk voor een veilige school voor de leerlingen en voor het personeel. U bent er voor verantwoordelijk dat onze leerlingen en wij docenten boeken tot onze beschikking hebben. U bent verantwoordelijk om zoals een ouder het mij uitdrukte: een menselijke arbeidsomgeving voor mij en mijn collega’s en een menselijke leeromgeving voor de leerlingen. Als U kinderen op school heeft die nog bezig zijn met 'spelen' dan moeten zij hiervoor de materialen krijgen. De betreffende docent heeft dit aangegeven! Als U kinderen op school heeft die aan het studeren zijn geslagen, moeten zij kunnen beschikken over de boeken nodig om te kunnen studeren, en moeten ze niet door hun leerkracht tegengehouden worden, afgeremd worden, zoals nu gebeurt in Uw school. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen door U hierover brieven te schrijven. Mijn keuze is: Gaat U serieus met mij aan de slag, om al hetgeen ik U gebracht heb, met mij op te lossen. Ik, maar ook mijn collega’s, wij willen niet slechts Uw stenen metselen. Wij willen meebouwen aan Uw kathedraal, wij willen trots zijn op de onderneming waar wij aan meewerken. Wij willen dat de leerlingen die naar onze school toekomen zover mogelijk komen, ieder voor zich. En dat zij en hun ouders met trots spreken over de school waar zij op zaten en waarop zij verder zijn gekomen. In afwachting van uw reactie, verblijf ik.
Ing. R. (hsc) KloostermanDe Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
(5 maart 2007) We gaan naar de brief aan de Inspectie van het Onderwijs
_______________________________________________________________
8e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Een gesprek 12 april 2006 per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ)
Aan
Geachte heer Nooitgedagt en Sparreboom, U wilde mij graag spreken, en ik stelde U
voor dan naar café-restaurant 'De Kombuis' in Swifterbant te gaan. Ik
vertelde U, dat ik zeer slechte ervaringen heb met bezoeken aan huis van
leidinggevenden. 'De Kombuis' was echter gesloten, dus wij besloten naar
het Chinees restaurant te gaan. Dit zou om 15:30 uur opengaan, dus wij
wachtten even. Om 15:30 uur kwam er iemand van het Chinese restaurant,
achter het venster, en deze persoon stak 4 vingers omhoog. Wij togen
naar Dronten. Wij hebben de auto’s geparkeerd bij het busstation en zijn
de stad ingelopen en bij eetcafé 'Havana' zijn wij naar binnengegaan.
_______________________________________________________________
(Eduvier logo 27 oktober
2008.gif)(358x175 18.935 bytes) Per 1
januari 2008 gaat het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ)
heten
_______________________________________________________________
9e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
de heer P. Nooitgedagt, directeur van 'de Rede' en de heer M.M. Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ) en het daaraan vastgehaakte Regionaal Expertise Centrum Flevoland (REC-Flevoland) Postbus 2344 8203 AH Lelystad
Betreft: - Onze leerling Nicolaus Stinzenlandsch
Swifterbant, 17 april 2006 Geachte heer Nooitgedagt en Sparreboom, De afgelopen tijd heb ik verschillende gesprekken gevoerd met de moeder van Nicolaus Stinzenlandsch, mevrouw Maria Stinzenlandsch, en de opa van Nicolaussch, de heer Vake (grootvader) Stinzenlandsch. Marinus van Urk en Nicolaus Stinzenlandsch heb ik leren kennen, vanaf september 2005 heb ik langzamerhand met hen een contact opgebouwd. Dit was niet zo moeilijk, zij kwamen samen koffie of thee drinken aan de bar in Kofschip Oud en werden door juffrouw Linda op een heel goede manier bejegend en van koffie of thee voorzien. Later ben ik steeds beter gaan begrijpen, dat beide jongens bij 'ons' kwamen voor hun rust. Collega’s gaven mij dit aan. Hier is dus duidelijk sprake van voortschrijdend inzicht, ook bij mij! Het komen drinken van koffie of thee is voor hen een gewoonte geworden. Eén enkele keer heb ik Nicolaussch moeten aanspreken. Ik vertelde beide jongens rustig, dat wij hier ook school waren en dat wij het rustig wilden hebben. Zij begrepen het direct en het probleem was opgelost. Het is dus heel jammer dat deze jongens nu geen koffie of thee meer mogen komen drinken in Kofschip Oud. Langzamerhand nam het contact met mij ook toe, en raakte ik wel eens met ze aan de praat. Vervolgens kwam er van hun kant een vraag betreffende boeken. Ik heb deze vraag met hen besproken en ze naar hun meester gestuurd met de opdracht van hun meester een verzoek te krijgen, dan kon ik ze helpen. Er is hierover uitvoerig overleg geweest met hun meester John Hidding. Deze John Hidding is ook bij mij in de klas geweest en de heer Hidding nam zeven(!) boeken uit mijn kast. Deze 7 boeken stonden in mijn kast klaar voor de 2e helft van het schooljaar voor mijn jongens, het betrof wiskunde boeken. Voorts is er een hele reeks contacten geweest en heb ik Marinus en Nicolaussch aan nog meer boeken geholpen. Let U wel, steeds is er eerst schriftelijk of mondeling contact met hun meester geweest, voordat ik ze hielp! Toen mijn boeken op waren, en let U wel, dit waren boeken bestemd voor mijn 'mannen', heb ik ze nog steeds kunnen helpen, nu door middel van het maken van kopieën. Let U wel, elke kopieeractie ging vooraf met een briefje of mondelinge mededeling van hun meester John Hidding. U begrijpt dat het mij zeer bevreemdde toen hun meester, de heer John Hidding, op een gegeven moment bij mij kwam en mij zei dat we acuut gingen stoppen met deze 'boekenuitgifte'. Nu ineens vertelde hij mij dat de honger van deze leerlingen van met name Nicolaussch naar boeken, die zij tot dan toe bij mij gehaald hadden, of die ze bij mij gekopieerd hadden, door hem als 'pathologisch' werd aangemerkt. Ik begrijp dat hij bedoelt dat hij het ziekelijk vindt. Voorts vertelde meester John mij, dat hij het zeer vreemd vond dat Nicolaussch twee hangsloten op zijn tas had. Ik vertelde meester John, dat als ik ’s morgens mijn woning verlaat, ik de deur op slot doe. En als ik ’s morgens mijn auto parkeer voor 'de Rede' ik de deuren van mijn auto op slot doe, en dat ik het dus helemaal geen vreemd gedrag vind van Nicolaussch. Overigens zie ik U, de heer Peter Nooitgedagt, ook wel eens met een attachékoffer, en volgens mij zit daar een cijferslot op?Op dit moment zou Nicolaussch door zijn meester John Hidding beschuldigd worden van het stelen van boeken. Dit lijkt mij niet juist, Nicolaussch steelt geen boeken! Voorts heeft moeder mij bonnen laten zien van door haar aangeschafte boeken voor haar zoon Nicolaussch. Tezamen bedroeg de waarde van deze bonnen € 300,- vertelde ze mij. Overigens heeft mama dan ook al het gewone boekengeld betaald aan school. Mama heeft deze boeken aangeschaft, omdat zij het zeer onterecht vond dat meester haar zoon Nicolaussch beschuldigde van het stelen van boeken en zij ervoor wilde zorgen dat dit niet langer kon. Is dit hele 'boekenprobleem' niet voortgekomen uit het feit dat wij, 'de Rede' (OCIJ / REC-Flevoland), het niet voor elkaar hebben kunnen krijgen boeken voor onze leerlingen te regelen. Laten wij als voorbeeld nemen alleen al het probleem, dat de boeken biologie eerst veel later besteld zijn. Wij zijn op school met van alles bezig, maar niet met die dingen waar het juist om gaat. Moeder en Nicolaussch hebben mij nu ook verteld dat Nicolaussch gedreigd is met een overplaatsing naar 'De Anger' (school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen OCIJ / REC-Flevoland). Professor dr. Rutger Jan van der Gaag heeft ons nu juist verteld niet tegenover het kind te gaan staan, maar naast het kind. Ik heb begrepen dat Nicolaussch een gesprek heeft gehad met juffrouw Lucy Wisse (orthopedagoog) en meester John Hidding, en dat dit gesprek tegenover het kind was, in plaats van naast het kind gaan staan. Ik heb nu een aantal gesprekken met mama en opa gehad. Mevrouw Stinzenlandsch kan zeer goed uitleggen waar het over gaat. Je moet natuurlijk wel de moeite nemen om naar mevrouw Stinzenlandsch te luisteren en te praten met mevrouw Stinzenlandsch. Ik kan mij ook voorstellen dat je mevrouw Stinzenlandsch zeer boos kan maken, maar de vraag is dan, bij wie het probleem ligt, waardoor moeder zo boos wordt. Overigens kan je met Nicolaussch ook heel goed praten, ook hij geeft een zeer heldere en duidelijke uitleg, maar nogmaals je moet dan wel bereid zijn naar Nicolaussch te luisteren (zie noot aan de voet van deze brief). Ik heb begrepen dat het contact met moeder naar directieniveau is getild, en dat juffrouw Lucy Wisse (orthopedagoog) en meester John Hidding niet meer praten met mama, maar haar doorverwijzen naar de directie. Ik hoop dat U begrepen heeft dat bovenstaande niet alleen over boeken gaat. Collega’s melden mij, dat deze leerlingen wegvluchten voor meester John. Waarom vluchten deze leerlingen weg bij meester John? Wat gebeurt er in deze klas? Luistert U eens serieus naar wat moeder U te vertellen heeft. Mama vertelt mij dat meester John op huisbezoek geweest is en de vraag stelde ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... ....... (wat hier stond kan niet gepubliceerd worden). Meester John vertelt in zijn klas dat sommige van onze collega’s ziek en stervende zijn. Volgens meester John, vertelt hij in zijn klas, volgt juffrouw Joyce op dit moment een opleiding aan het ROC voor banketbakker. Ik ga ervan uit dat mocht het tot een gesprek met mama komen U al hetgeen ik U nu verteld heb, meeneemt. In de hoop dat U mijn adviezen aanneemt ter verbetering van de dienstverlening van Uw en 'mijn' bedrijf. Met vriendelijke groet en hoogachting,
Ing.
R.(hsc) Kloosterman c.c. aan mevrouw Stinzenlandsch, moeder van Nicolaussch, en de heer Stinzenlandsch, grootvader van Nicolaussch
Noot
R.(hsc) Kloosterman, 16 april 2007:
_______________________________________________________________
10e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan de heer P(eter) Nooitgedagt, directeur
van 'de Rede' en Stichting Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ) en het daaraan vastgehaakte Regionaal Expertise Centrum Flevoland (REC-Flevoland) Postbus 2344 8203 AH Lelystad
Betreft: - het tegenhouden van de regen
Swifterbant, zondag 23 april 2006 Geachte heer Nooitgedagt en Sparreboom, Afgelopen vrijdag 21 april 2006 worden wij om 14:45 uur juist als de leerlingen weg zijn, direct na schooltijd, gesommeerd door de heer Allert Everts, coördinator van 'de Rede', om allen te blijven en ook de collega's van de afdeling de Kempenaar worden naar 'Kofschip Oud' geroepen. De heer Nooitgedagt, directeur van 'de Rede', en de heer Sparreboom, bestuur Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders, zijn in aantocht. Het gonst door de school, het gaat over 'de krant'. Ik ben in mijn lokaal, en collega's komen bij mij langs, vragen mij wat er aan de hand is, en ik vertel wat ik denk, dat er gebeurd is. Deze ochtend neemt niemand de telefoon op, er is ook niemand, behalve collega's die voor de klas staan, juffrouw Epie en juffrouw Marian, en juffrouw Gerda is druk doende met koken. Juffrouw Jet en haar klas zijn niet aanwezig, er is ook geen vervanging voor haar (Mevrouw Joyce van Kerkhove(sch) verving juffrouw Jet Verbeek, maar juffrouw Joyce is door U 'de laan uitgetrapt'). Na elven is de helft van mijn groep naar koken en neem ik uit oogpunt van serviceverlening de telefoon bij mij. Dit doe ik heel vaak, als ik een halve klas heb, dit deed ik ook al op de Kempenaar. Het stoort wel, en ik kan mij natuurlijk minder bezig houden met mijn 'mannen'. Ik krijg veel ouders aan de lijn nu, die zeggen dat zij hun kind hebben ingeschreven bij ons, maar dat zij vervolgens niks meer horen, ik noteer dan hun naam en telefoonnummer en geef dit door. Maar ook anderen bellen natuurlijk met school, ouders van wie het kind ziek is of naar de dokter moet, andere instanties, etc. Dikwijls kom ik 's ochtends voor achten binnen en neem maar direct de telefoon bij mij, want het gebeurt heel vaak dat de telefoon maar blijft rinkelen, niemand neemt dan op. En vandaag krijg ik zowaar een mevrouw van De Telegraaf, mevrouw Germa Graveland, aan de lijn, en zij is op zoek naar de heer Sparreboom. Nu zeg ik altijd zeer duidelijk mijn naam, Reiger(hsc) Kloosterman, en deze mevrouw reageert met dat zij stukken van mij voor zich heeft liggen, 'dat is ook toevallig', zegt ze. Aan de heer Sparreboom kan ik haar hier niet helpen. Zij vervolgt haar weg.Eén van mijn collega's (juffrouw Wietha) begrijpt nu 14:50 uur dat de krant er bij is gekomen en zegt nu (heel rustig): 'Goed zo!' (en juffrouw Paula die nu ook net binnenloopt en hoort van de krant slaat letterlijk haar hand voor haar mond, juffrouw Paula is nog erg jong natuurlijk. Paula en Wietha waren al veel eerder bij mij geweest in verband met de problematiek rond de heer John Hidding, en juffrouw Conny had aan mij aangegeven: 'Zat jij maar bij ons in het gebouw in plaats van John Hidding').Het duurt enige tijd, voordat U beiden arriveert. Vervolgens vindt er een verzameling plaats in het lokaal van juffrouw Aleida en word als laatste ook ik door U geroepen, en mag ik plaats nemen naast U, de heer Sparreboom, daarnaast zit de heer Nooitgedagt, en daarnaast de heer Everts, U drieën zit aan mijn rechterzijde. Slechts een deel van de collega's is verder aanwezig, enkelen moesten dringend naar huis, en er zijn ook collega's die deze dag niet werken. De heer Sparreboom begint met te vertellen dat hij vandaag gebeld is door De Telegraaf en dat hij gebeld is door de Inspectie van het Onderwijs. U vertelt: 'Reiger (hsc) Kloosterman heeft stukken overhandigd aan mevrouw Maria Stinzenlandsch, moeder van onze leerling Nicolaus Stinzenlandsch. En deze mevrouw is hiermee naar de krant gegaan en nu ligt alles op straat. Privé-gegevens van collega's, alles ligt bij de krant'.U vertelt er bij dat u niet eens weet wie mevrouw Stinzenland sch is! U hoeft dat ook niet te weten, Uw onderliggende troepen moeten dat weten!
Ik vertel U, dat als U niet reageert op mijn brieven, ik schrijf aan de Toezichthoudend Inspecteur. Ik heb U dit ook gezegd van te voren. U ontkent nu in deze 'vergadering' ten stelligste, dat ik U van te voren gewaarschuwd heb. Ik moet nu in deze 'vergadering' mijn stem verheffen en herhaal wat ik U eerder in het lokaaltje van juffrouw Sabien tijdens ons eerste gesprekje reeds gezegd heb: 'Marius los je problemen op of ik ga ermee naar de Inspectie'. U zegt weer dat U dit niet gehoord hebt. Ik zeg U daarop weer met verheven stem, dat ik U zeer duidelijk deze boodschap heb toegesproken in het lokaaltje van juffrouw Sabien. Ook de eerste keer had ik dit reeds met verheven stem gezegd, dus U kunt het niet gemist hebben. Maar er is waarschijnlijk iets anders aan de hand. U bent er stellig van overtuigd dat een medewerker van U niet de Inspectie informeert. Maar dat is vanaf vandaag waarschijnlijk niet meer Uw stellige overtuiging. Ik heb met ouders gesproken en zij vertelden mij dat zij bij het vorige Inspectiebezoek uitgekozen waren om deel te nemen als ouder aan het Inspectieonderzoek. Zij mochten vragenlijsten invullen en een gesprek voeren met de inspecteur. Maar vertelden zij mij, dat zij er daarna niets meer van gehoord hadden. Direct de volgende dag hebben zij met de Inspectie gebeld. 'Ja, ja, dat had eigenlijk al op het internet moeten staan, maar dat was er nog niet van gekomen', kregen zij te horen (nu 3 jaar later). Deze ouders vragen nu alsnog direct om het verslag en krijgen dit dan ook per kerende post (3 jaar later). U begrijpt, dat dit ook met mijn vorige ervaringen met de Inspectie, heeft doen besluiten om ouders en collega's een kopie te geven van mijn schrijven aan de inspectie d.d. 28 maart 2006 getiteld: 'Misstanden binnen het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders te Lelystad'. In mijn privé-archief is het werk nu bekend onder de titel '82 Bladzijden'. Het is handig als ouders en collega's op de eerste rij zitten als de Inspectie haar onderzoek doet. Dan kunnen ouders en collega's ook eens zien wat zo'n Inspectieonderzoek nu eigenlijk inhoudt. Ook voor de scherpte van de Inspectie-onderzoeker is het handig, dan doen mensen nog beter hun best. De heer Everts vraagt nu, in deze vergadering, aan mij wanneer ik dan met hem deze zaken besproken heb. Ik vertel hem dat onder andere tijdens mijn laatste functioneringsgesprek met hem dit zeer duidelijk en uitvoerig aan de orde geweest is. De heer Everts schrijft slechts: 'Reiger(hsc) heeft wel eens moeite met zaken binnen het personeelsbeleid van de OCIJ'. De heer Everts stuurt mij dit, nadat ik hem dit ook nog eens uitvoerig in 'De Kombuis' te Swifterbant heb uitgelegd! De heer Everts begrijpt dat hij nu beter zijn mond kan houden. Maar aan het einde van deze vergadering wil hij zich toch nog weer even profileren en pruttelt nog dat 'deze strijd alleen verliezers zal kennen'. Ik heb voorgesteld: 'Waarom zeggen we niet dat deze strijd alleen winnaars zal kennen'. En dat De Telegraaf ons daar een beetje bij helpt, dat is toch fantastisch, dat geeft hen het gevoel dat zij er ook nog hun steentje aan bijgedragen hebben. Hé, nog meer stenen!! Maar ja, voor een kathedraal zijn ook veel stenen nodig, en zeker nu 'wij' besloten hebben dat de kathedraal nog een beetje groter moet worden. Naast het OCIJ komt er ook nog een REC bij. Voor niet ingewijden: een Regionaal Expertise Centrum Flevoland. Vervolgens begin ik nogmaals mijn verhaal over de boeken. De heer Nooitgedagt is nu de wanhoop nabij en roept uit: 'Niet weer over die boeken!!'. De heer Nooitgedagt zei tegen mij, dat hij dacht dat ik een nieuwe start gemaakt had. Ik zeg dat ik inderdaad dinsdag na de Pasen een nieuwe start gemaakt heb. De heer Nooitgedagt begint zich nu te realiseren dat wat nu gebeurd is, komt van vóór die tijd. Vervolgens wordt de moeder van Nicolaus Stinzenlandsch afgeschilderd als de persoon die naar De Telegraaf is gegaan. De Telegraaf komt aan de orde als zijnde een zeer slechte en verkeerde krant (collega de heer Paul Gorter). De moeder van Nicolaus Stinzenlandsch deugt natuurlijk ook voor geen meter. Ik word nu zeer boos in deze vergadering en collega krijgt van mij te horen dat hij nu erg op zijn woorden moet gaan letten, want ik heb de moeder van Nicolaus Stinzenlandsch zeer hoog staan, ik heb alle ouders zeer hoog staan, en ik wijs een ieder in deze vergadering erop dat zij dit met alle ouders hebben te doen, en hun kinderen, dat wij hier met zijn allen voor verantwoordelijk zijn, tot en met Marius Sparreboom. Dezelfde collega doet de directie het voorstel dat het het beste is de zaak te laten doodbloeden en niet of minimaal te reageren op De Telegraaf. Maar De Telegraaf is juist een heel goede krant. Alleen al het feit dat professor dr. B. Smalhout bij deze krant werkt, en schrijft in deze krant, maakt deze krant tot een geweldige krant. De heer Smalhout schrijft over misstanden in de maatschappij! Een andere bijdehante collega, mevrouw Marian Brouwer, weet te melden, dat de inhoud van alles wat ik geschreven heb, alles zegt over de schrijver, ik, Reiger(hsc) Kloosterman, dus, en niets over 'onze school'. Heeft deze mevrouw dan mijn stukken gelezen? Deze mevrouw Marian Brouwer kan mijn bloed wel drinken. De vergadering loopt af en na de vergadering zie ik buiten de heer Sparreboom staan. Ik stel de heer Sparreboom voor, om nu op zijn huisadres mijn schrijven aan de Toezichthoudend Inspecteur te komen brengen. Hij roept uit: 'Niet op mijn privé-adres, ik werk hier op school en op de Schans'. Ik vraag de heer Sparreboom hoelang hij nog hier is, dan wil ik nu naar Swifterbant rijden en hem het hier komen brengen. 'Nou, hij weet het nog niet of hij mijn stuk wel wil hebben'. Ik steek mijn handen in de lucht en zeg: 'Ik begrijp het Marius, sorry dat ik er over begonnen ben, neem het mij niet kwalijk. Tot ziens!'. De heer Sparreboom beseft duidelijk niet, dat er bij mij thuis ook nog een gedeelte van 'zijn school' is. Thuis kijk ik het werk van de kinderen na, bereid ik de dag van morgen voor en bel ik met ouders en collega's. Thuis houd ik dus kantoor voor de heer Sparreboom en is privé en werk niet zo strikt gescheiden als bij de heer Sparreboom. Voorts maakt een collega, weer de heer Paul Gorter, in deze vergadering nog een opmerking richting mij en zegt mij dat hij mij gewaarschuwd had, enzovoort. Deze collega heeft mij ook opgebeld, om mij te vertellen dat hij mijn brief niet heeft opengemaakt. Ik vertelde hem nu dat hij dit misschien beter wel had kunnen doen, want dan had hij in dit proces misschien nog iets kunnen betekenen. Collega vertelde in deze vergadering ook, dat hij degene is geweest die de opmerking maakte: 'Het is niks, en het zal ook nooit wat worden'. Collega doelde hiermee op de kinderen met een handicap in het autistisch spectrum die op onze school 'de Rede' zitten. Vervolgens vertelde deze collega in deze vergadering aan mij, dat ik nu de regie kwijt zou zijn. Ik hoop dat U, mijnheer Marius Sparreboom, ondertussen begint te begrijpen, dat niet ik maar, dat U de regie kwijt bent. U en ik bekleden een openbaar ambt. In de klas worden van mij, door de kinderen, audiovisuele opnamen gemaakt. Denkt U nu echt, dat dit alleen bij mij in de klas gebeurt? 's Avonds, na deze vergadering word ik gebeld door de heer Nooitgedagt. Maandag 24 april 2006 word ik eerst om 11:00 uur door U op de Schans (hoofdkantoor) verwacht voor een gesprek. Mijn klas wordt maandagochtend vervangen zegt de heer Nooitgedagt, eerst om 11:00 uur word ik verwacht. 'Moet dit nu weer onder schooltijd gebeuren', is de reactie van een van 'mijn' ouders. Ik vertel de ouder over Uw strikte scheiding tussen Uw werk en Uw privé. Bij Chrit Biesmans waren wij nog wel eens met zijn allen na zessen bezig op school! U, mijnheer Marius Sparreboom, zit nog al goed in de vervanging! Ik citeer hier uit mijn brief van 20 februari 2006 aan U:
Wat heeft U toch met 11:00 uur? De volgende dag, zaterdag 22 april 2006, nu gisteren, krijgen wij van U een schrijven 'Aan alle personeelsleden van De Rede'. Ik ontvang dit schrijven niet! Beschouwt U mij al niet meer als Uw medewerker? Maar U begrijpt dat collega's niet te beroerd zijn mij dit schrijven te overhandigen. Sterker nog, zij bezoeken mij aan huis, brengen mij bloemen en drinken. En collega's bellen met mij. Toen U en ik in eetcafe 'Havana' zaten, op dat moment zou ik juist bezoek krijgen van twee collega's, juffrouw Conny en juffrouw Epie, en deze dames nemen wel de '82 Bladzijden' aan(!) in tegenstelling tot U. U was ze net voor, anders had U ze nog kunnen ontmoeten. Direct als wij richting 'De Kombuis' zijn vertrokken, arriveren zij. Mijn vrouw heeft met ze gepraat en als ik weer terugkom van 'Havana' heb ik nog even lekker met ze kunnen praten.In dit schrijven van 21 april 2006 aan 'ons' met als bijlage de brief aan de ouders/verzorgers, vertelt U aan ons dat mevrouw Stinzenland sch niet gekozen heeft voor directe communicatie met de school, maar contact heeft gezocht met de pers en wel met De Telegraaf.Weer laat U zien hoe slecht U geïnformeerd bent, of hoe slecht U geïnformeerd wordt, want mevrouw Stinzenland sch heeft bij voortduring gekozen voor directe communicatie met school. Dat Uw stoottroepen hier op een verkeerde manier mee zijn omgegaan moge duidelijk zijn. Dat U als Hoofd stoottroepen hier ook verkeerd mee omgaat moge ook duidelijk zijn, gezien het feit dat ik uiteindelijk voor directe communicatie kies met U, middels mijn zeven brieven(!) aan U, en inmiddels is dit aantal brieven nog aanzienlijk uitgebreid, en de hopeloze manier waarop U reageert op mijn brieven.Afgelopen woensdag heb ik een gesprek met de heer Nooitgedagt en vraagt hij aan mij of hij aan U, de heer Sparreboom, mag vragen of hij mijn brieven aan U mag lezen?? Een collega vroeg nu waarom deze zaken niet gewoon op school aan de orde zijn gekomen, waarom deze zaken niet in het team zijn besproken. Dit alles begint bij Uw terreurbewind. Iedereen wil zijn dingen op tafel kunnen leggen, zonder dat dit overschreeuwt wordt door anderen, incluis U. Mensen gaan op zoek naar andere wegen om toch gehoord te worden. De regendruppel komt uiteindelijk toch weer in de oceaan terecht. En het is dezelfde regendruppel die de steen uitholt. Of gaat U de regen tegenhouden? 'Ik hoop dat U mijn adviezen aanneemt ter verbetering van de dienstverlening van Uw en 'mijn' bedrijf. Bovenstaande vertelt hoe U omgaat met Uw personeel. Indien U de lijnen doortrekt, zou de dienstverlening aan kinderen en ouders ook aanmerkelijk beter kunnen.'
Indien U werkelijk alles gelezen hebt, maar afgelopen woensdag moest de heer Nooitgedagt nog naar U toegaan om de brieven te gaan ophalen, dan wil ik graag weten over welke punten U vragen heeft, over welke punten U mij spreken wilt, zodat ik mij zo goed mogelijk hierop kan voorbereiden, om Uw vragen zo goed mogelijk te beantwoorden, hetgeen ook zeker in het belang van 'onze' organisatie is. Het is mijns inziens breder dan U inschat, het gaat niet alleen om Reiger (hsc) Kloosterman, Uw Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep, en het REC-Flevoland zijn hier in het geding.Afgelopen dinsdag ben ik weer volledig gestart en ben ik weer begonnen met het opbouwen van het kaartenhuis (gisteren, zaterdag, had ik gepland om rustig in mijn lokaal zaken in orde te gaan maken). Maar voor die tijd had er eigenlijk een zeer constructief gesprek plaats moeten vinden. Dit is echter niet gebeurd! Het was natuurlijk heel dapper van mij, het getuigde van veel enthousiasme van mijn kant, en het getuigde van veel vertrouwen van mijn kant, dat ik weer aan de slag ging, echter dit vertrouwen kan niet alleen van mijn kant gedragen worden. Bij deze meld ik mij bij U ziek. De woorden van collega de heer M(arc) G. Erhardt (sch) indachtig: 'Als morgen de organisatie gezond is, kan ik direct weer aan het werk'. Ik hoop dat ik van mijn kant heb laten zien, dat ik alles gedaan heb om aan het werk te blijven, om zo snel mogelijk weer volledig aan de slag te gaan, en dat ik U nu ook weer aangeef dat ik weer zo snel mogelijk aan de slag wil.Ik wil U nogmaals er op attent maken dat ik te allen tijde bereid ben tot het hebben van een gesprek met U, mits het tot stand komen van dat gesprek voldoet aan normen en waarden van fatsoen. Deze week kwam ik even met mijn leerling Esli bij de heer Allert Everts en hebben wij samen even een gesprekje met Esli gehad. Na afloop was ik honderd procent tevreden over de kwaliteit van dit gesprekje, ik vond het zeer plezierig om dit samen met de heer Everts te doen en in de toekomst zal ik ook weer graag samen met hem dergelijke gesprekken voeren met leerlingen. Ook Esli was tevreden over dit gesprekje. Het is goed en belangrijk om een schrijven of een gesprek altijd goed af te sluiten. En er zijn zoveel goede dingen en er komen nog meer goede dingen.
Ing. R. (hsc) KloostermanDe Kruisboog 16 8255 GC Swifterbant
Bijlagen: - 2 brieven die U mij niet stuurde, een aan de
personeelsleden en een aan de ouders,
_______________________________________________________________
11e Brief aan Marius (M.M.) Sparreboom
Aan
Geachte heer Höweler, Voor personele aangelegenheden, heb ik begrepen, moet ik bij U zijn. U houdt zich graag bezig met het ontslaan van mensen. Bij deze neem ik ontslag bij U, Stichting Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) REC-Flevoland. Ik zou graag willen, dat mijn dienstverband zo spoedig mogelijk beëindigd wordt en wel eigenlijk per direct. Ik zou graag op staande voet mijn ontslag willen nemen. Van mijn kant uit zijn er geen belemmeringen. Er is natuurlijk wel sprake van een 'contract' tussen U, Stichting Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders en mij, maar contracten daar gaat U toch 'losjes' mee om. Voor U is het ook plezierig. U kunt dan zo snel mogelijk weer nieuwe mensen in dienst nemen. Geeft U ze vooral tijdelijke contracten, die kunt U dan ook weer snel voortijdig verbreken. Mijn huisarts vroeg of ik vluchtte in de ziektewet. De bedrijfsarts (van Ardyn) sprak over een arbeidsconflict. Ik zou niet ziek zijn, en gelijk had hij, ik was ook nog net niet ziek. Dat is ook mijn verantwoordelijkheid om niet ziek te worden. Als werknemer heb je daar namelijk een verantwoordelijkheid in. En U kunt weer schitteren met een beneden gemiddeld ziekteverzuim! Vanmorgen sprak ik een van mijn collega’s die mij vertelde nog trots te zijn op de school waar hij/zij werkt. Ik hoop dat U inmiddels begrepen hebt dat dat gevoel bij mij nu toch echt helemaal weg is. Trots zijn op een school waar kinderen/leerlingen niet datgene krijgen waar zij recht op hebben, waar kinderen naar huis gestuurd worden als school een conflict heeft met ouders of andersom, is niet iets wat bij mij past. Ook een school waar mijn collega’s eruit getrapt worden, en waar op een oneerlijke manier met ouders omgegaan wordt, is niet langer de school waar ik werk. Toen ik in de 5e klas van de lagere school zat, kreeg ik les van de hoofdmeester de heer Heimeriks. Ik zat op de katholieke St. Joris school te Ridderkerk. Er was een conflict, een hoogoplopende ruzie tussen mijn ouders en de heer Heimeriks aan de gang. Mijn moeder was onderwijzeres in het buitengewoon lager onderwijs. Waar het conflict over ging heb ik nooit geweten en is tot op heden nog steeds volstrekt onbelangrijk voor mij. Als jongen van 10/11 jaar verwonderde het mij in hoge mate, dat deze man op een heel vriendelijke manier toch met mij omging. Ik voelde mij als kind volstrekt veilig bij deze man in zijn klas en op zijn school, ondanks het feit dat ik wist dat mijn ouders een ernstig meningsverschil met hem hadden. Afgelopen maandag is onze leerling Nicolaus Stinzenlandsch naar huis gestuurd, omdat zijn moeder naar De Telegraaf is 'gegaan'. De leiding weet donderdagmiddag 27 april 2006 in de vergadering nog te vertellen dat Nicolaussch ziek was maandag, tot dat een collega weet te vertellen, in deze zelfde vergadering, dat Nicolaussch al bij aankomst op de parkeerplaats door de leiding gezegd is, dat hij niet welkom was op school. Afgelopen woensdag zijn wij met mijn klas naar het Museon ('Museum voor het Onderwijs') in Den Haag geweest. Twee van mijn leerlingen, Robin Hoekstra en Martijn Zanting, hebben meegedaan aan een wedstrijd uitgeschreven door het Museon. Wij, dat zijn de mensen rond mijn klas, 'het team rond mijn klas', hadden Martijn en Robin aangedragen voor sociale vaardigheden bij juffrouw Sabien, na observatie door juffrouw Sabien, en in samenspraak, ging het over respect voor school en respect voor de groepsleerkracht en respect voor de andere leerkrachten. De daar nog onderliggende laag was respect hebben voor jezelf. Dit werd het thema van de sociale vaardigheidstraining bij juffrouw Sabien. Juist op dat moment was er ook een wedstrijd van het Museon gaande en juffrouw Sabien stelde voor de sociale vaardigheidstraining te koppelen aan de wedstrijd. Na overleg werd besloten de training samen te doen gaan met de wedstrijd. De 'mannen' gingen aan de slag. Ik moest nog een keer een moeder bellen voor een tekening. Ik wist een klein beetje waar ze mee bezig waren. En toen kwam het moment dat ik geroepen werd door juffrouw Sabien. Ik schrok, want ik had in de gaten dat wat er op tafel lag, prijswaardig was. Het gaat om een poster met daarop de gepeste en de pester, links en rechts een gedicht en in het midden ook nog een gedicht. Collega’s werden er bij geroepen en een ieder was enthousiast. Er werd besloten in ieder geval een kopie te gaan maken. De mannen hadden het kopie zo voor elkaar, en het was nog mooier dan de eerste versie. Ik kreeg de opdracht om te zorgen dat het in het Museon kwam. Robin en Martijn schreven in hun brief aan het Museon of ze daar een reactie wilden geven op hun inzending. Die hebben we gekregen en vervolgens was het wachten, tot ze twee weken terug te horen kregen dat ze in de finale zaten. Het Museon vroeg of de jongens de 3 gedichten wilden voordragen. Dus we gingen oefenen, en de moeders hebben hierin ook hun bijdrage geleverd. Woensdagochtend vertrok ik om 11:00 uur naar Zeewolde om aldaar een leerling op te halen. Juffrouw Carin 'zoog' Lelystad leeg en moeder Wilma en vader Richard deden Almere, en mensen kwamen op eigen gelegenheid naar ’t Oor in Almere, alwaar wij ons verzamelden. Van daaruit gingen we met 4 wagens naar Den Haag. De stad was deels opgebroken. De auto achter ons raakten we kwijt en onze voorganger sloeg ineens schielijk links af, terwijl wij al naar rechts voorgesorteerd stonden. Er volgde een half uur durende kaartleesles, er waren ineens vier kapiteins aan boord, en na nog een halfuur waren wij in het Museon. Wij waren met zijn 'zeventienen'. Edwin, Jonah, Jeffrey, Robin, Xander, Martijn, Esli, David, Heimen, juffrouw Carin, moeder Karin en de opa van Martijn, zusje van Martijn, zusje, moeder Wilma en vader Richard, en meester Reiger(hsc) als gast, deze laatste zat immers geschorst thuis. Eerst hebben wij het Museon bezocht en om 16:00 uur begon de prijsuitreiking. Het gaat om de Schepsprijs, vernoemd naar de heer J.H. Scheps, 1900-1993, oud-kamerlid en verzetsman. De heer Scheps heeft zich zijn hele leven ingezet voor de strijd tegen de dictatuur, zie ook www.museon.nl/nl/education/J.H.+Schepsprijs/prijswinnaars+2006/ (> onderwijs > J.H. Schepsprijs > Prijswinnaars 2006 > Juryrapporten Schepsprijs) (Hyperlink 20 mei 2025 niet meer actief) Het thema van de wedstrijd was Respect, en de wedstrijd is bedoeld om stil te staan bij het leven in een democratie en het verzet tegen dictatuur. Alle leerlingen van al het voortgezet onderwijs in Nederland kunnen meedoen. De jury is samengesteld uit Frank de Jong van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, René Kok van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de heer Gert-Jan van Rijn van het Museon. Juffrouw Carin is bezig, met haar videocamera, en beweegt zich uiterst professioneel tussen, langs, om en boven het publiek. Moeder Karin is blij dat ik de videocamera van Martijn van haar overneem en vervolgens sta ik met het zweet in mijn handen, want ik ben ook geen held met de camera. We hebben zeker twee uur op tape staan. Als de laatste derde prijs (drie derde prijzen) wordt bekend gemaakt, weten we zeker dat we geen derde prijs meer hebben. Robin Hoekstra en Martijn Zanting worden naar voren geroepen voor de 2e prijs. Het juryrapport wordt voorgelezen en vervolgens dragen ze elk hun eigen gedicht voor. Daarna doen ze samen het derde gedicht. Ze doen het perfect, geweldig, en 'cool'. Uiterlijk heeft Robin zoiets van: 'Moet je je daar nou zo druk over maken'. Ze krijgen elk een oorkonde, juryrapport, en samen € 250,- . Na afloop is er een receptie. Robin en Martijn bellen met juffrouw Sabien. Ik heb nog nooit een opa gezien die zo trots op zijn kleinkind was als de opa van Martijn. Voor sommige ouders: 'Wat is het toch mooi dat 'de Rede' (Kofschip) tegenover de scholengemeenschap staat. Die hadden geen prijs'. Voor mij was de bovenstaande prijsuitreiking een mooie afsluiting van mijn werkzaamheden op 'de Rede' en bij het OCIJ. Hoogachtend,
De Twee elkaar kruisende brieven
De volgende brief van de heer
M.M. (Marius) Sparreboom, Bestuur Stichting Orthopedagogisch Centrum
IJsselmeerpolders (OCIJ), vastgehaakt aan het Regionaal
Expertise Centrum Flevoland (REC-Flevoland) is van 27 april 2006. Per 1
januari 2008 wordt de Eduvier Onderwijsgroep de rechtsopvolger van de
Stichting OCIJ.
Vrijdagavond 21 april 2006 ben ik reeds gebeld door het Bestuur van het OCIJ en eigenlijk al 'geschorst': Maandag 24 april 2006 word ik niet verwacht les te geven, ik hoef niet te komen, en vervanging is al geregeld. Dus ik schrijf Marius Sparreboom donderdag 27 april 2006 thuis mijn ontslagbrief, en . deze zelfde donderdag 27 april 2006 schrijft Marius Sparreboom in zijn kantoor mij zijn onderstaande brief 'Voornemen schorsing'. De brieven gaan elkaar
kruisen! _______________________________________________________________
Onderwerp: voornemen schorsing Geachte heer Kloosterman, Op 25 april 2006 is er in de Telegraaf een artikel "Ouders en docenten: directie solt met autistische kinderen" verschenen waarin u forse kritiek uit op de gang van zaken binnen De Rede. Onder meer stelt u in dit artikel dat de onderwijskwaliteit op De Rede 'extreem laag" is als gevolg van het ontbreken van boeken, materialen en leerlijnen én als gevolg van het in uw ogen "absurde personeelsbeleid". Ook refereert u aan de navolgende opmerking, welke zou zijn gemaakt door een collega over de kinderen op De Rede: "Het is niks en het zal ook niets worden". Dit noemt u "kenmerkend voor de sfeer op de school". U hebt voorts aan al uw collega's een
afschrift aangeboden van uw brief aan de Inspectie van het
Vastgesteld kan worden dat u er aldus
bewust voor gekozen heeft een eventuele reactie en/of een onderzoek van
de Inspectie van het Onderwijs, alsmede eventuele bevindingen van de
Inspectie van
Ik betreur deze handelwijze, die voor hevige onrust en spanningen heeft gezorgd bij het personeel, bij de ouders en bij de leerlingen. Ik ben van mening dat het in het belang van de school dringend noodzakelijk is dat u uw werkzaamheden niet zult hervatten. De onrust en spanningen zullen waar mogelijk moeten worden weggenomen, niet in de laatste plaats in het belang van de continuïteit op de school én derhalve in het belang van de kinderen, hun ouders en het personeel. Uw aanwezigheid op de school is dan ook niet in het belang van de school.
Ik ben dan ook voornemens u voor een
periode van vier weken in het belang van de goede orde op de school te
schorsen. De grondslag daarvoor is artikel F2.7 lid 1 van de CAO-PO.
Alvorens ik tot
________________________________________________________
Mocht u een en ander schriftelijk willen doen, dan zien wij uw reactie
graag uiterlijk maandag 8 mei Indien u geen gelegenheid wilt maken van de mogelijkheid uw zienswijze te geven, verzoek ik u dit ook uiterlijk maandag 8 mei 2006 aan mr Horst voornoemd schriftelijk mede te delen, bij voorkeur per e-mail: horst@dehaaninfo.nl. Ten aanzien van eventuele opmerkingen en/of vragen en/of (vervolg) correspondentie, gelieve u zich eveneens vanaf heden rechtstreeks tot hem te wenden. Mr Horst kan worden bereikt via 036-546 00 40 óf 06-295 141 22.
Ten overvloede meld ik dat het u vrijstaat bij uw zienswijze te laten bijstaan door een raadsman/-vrouwe. De kosten van juridische bijstand komen evenwel voor uw eigen rekening.
Tot het moment van de verdere besluitvorming zal het u niet zijn toegestaan De Rede te betreden. lk verwacht tevens van u dat u zich tot nader order zult onthouden van het (doen) leggen resp. onderhouden van contact in welke vorm dan ook met personeelsleden, ouders en kinderen daar dergelijk contact niet in het belang van de rust en goede orde op de school is.
Kopie van de handtekening van Marius Sparreboom onder zijn originele brief. (Voornemen Schorsing blad 2 27 april 2006 handtekening Marius Sparreboom.jpg )(378 x 214 7.605 bytes > width"475" x height "270")
Er is geen geld om boeken te kopen! Maar Marius Sparreboom heeft wel direct geld om een advocaat tegen mij in te zetten. Het wordt mr. M.H. Horst, van 'De Haan advocaten en notarissen' te Almere. Aangezien een instituut als het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ) / REC-Flevoland bijna geheel met overheidsgeld gefinancierd wordt, lijkt het, dat met overheidsgeld getracht wordt een medewerker onschadelijk te maken, een medewerker die slechts zijn mond open doet over misstanden. Sterker nog, met ook mijn belastinggeld wordt 'De Haan advocaten en notarissen' tegen mij ingezet. M.M.
(Marius) Sparreboom in aantocht met 'De Haan', advocaten
Ik heb niet al mijn collega's een afschrift aangeboden van mijn '82 bladzijden' die ik 28 maart 2006 aan de Inspectie van het Onderwijs stuurde. Overigens zijn het niet 'mijn' '82 bladzijden'. De '82 bladzijden' bevatten een verhaal waar meerdere stukken van collega's in zitten, en het verhaal dat ik opgeschreven heb is tot stand gekomen na vele gesprekken met collega's. Ik heb natuurlijk mijn eigen waarnemingen gedaan, en gecontroleerd bij collega's, ouders en leerlingen, maar het zijn ook deze collega's, ouders en leerlingen die mij voorzagen van informatie. Waar de heer Sparreboom spreekt over 'uiterst privacy gevoelige informatie', betreft het collega's die hun privé niet weten te scheiden van hun werk en dit zelfs de klas mee in nemen. In de klas worden tijdens de les sms'jes voorgelezen, die de nieuwe vriendin (ook leerkracht) van de leerkracht enkele lokalen verder hem zojuist heeft toegestuurd. Marius Sparreboom ondertekent zijn brief
'Voornemen Schorsing' 27 april 2006 "Namens het Bestuur". En wie
zit er nog meer in het Bestuur anders dan Marius zelf, inderdaad mevrouw
rechter mr. Anja-Otten-van Holten. Deze mevrouw is rechter bij de
Rechtbank Midden-Nederland, rechter bij het Arrondissement
Midden-Nederland, rechter bij de Rechtbank Lelystad. Zij is
medebestuurder naast Marius Sparreboom. 1 Januari 2008 wordt zij
Voorzitter van de Raad van Toezicht, een Raad van 8 Commissarissen, van
de Eduvier Onderwijsgroep rechtsopvolger van het Orthopedagogisch
Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ). _______________________________________________________________
Mevrouw rechter mr. Anja van Holten hier als Voorzitter van de Rechtbank Lelystad in 2013 in de zaak rond de dood van grensrechter (voetbal) Richard Nieuwenhuizen. Wij zitten 's avonds naar het NOS-journaal te kijken en wie rolt daar zo maar in ene je woonkamer binnen, jawel hoor, mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten. We maken even snel een fotootje van ons televisiescherm. Zou ze van haar man af zijn, of vrouw? Zij gaat vanaf nu door het leven als 'Van Holten', onder haar meisjesnaam. Zij heeft zich vrijgemaakt, of haar partner wilde het niet langer. (Anja van Holten Voorzitter Rechtbank Lelystad.jpg)( width"774 x height"433")Wij zijn vooral weg van, we zijn gecharmeerd van, het prachtige glanzende diepzwarte laken (de geweven wollen stof) van haar habijt, dat zij draagt. Hoe hoger in deze orde, hoe dieper het zwart van de mantels wordt. Hoe zwarter het laken, hoe duurder. Vrouwe Anja heeft iets van een Koningin, zij heeft iets van haar Máxima, die laatste zou er zo ook wel willen bijlopen. We zien de knopen op haar schouders om de lappen van boven bij elkaar te houden. Jammer dat haar witte bef enigszins is gekreukt. Boven de rechters of raads'heren' hangt altijd de Koning. Twee zittingen in het Gerechtshof Leeuwarden maakten wij het mee, de Koning en de Koningin samen, boven de Raads'heren'. De 3e Strafrechtzitting, andere rechtszaal, alleen de Koning. Deze rechters en raads'heren' functioneren dus direct onder de Koning en de Koningin, zeg maar onder de Koninklijke Familie, een van de dochters wordt al klaargestoomd om de volgende Koningin te zijn. De andere twee dochters zitten op de reservebank voor het geval de eerste uitvalt, erin blijft, dood neervalt, of verdrinkt tijdens een tochtje met de boot van haar vader en zij even dachten Max Verstappen te zijn, en op de rotsen te pletter vlogen van een Grieks eilandje dat zij over het hoofd hadden gezien, of dat zij geen kinderen kan krijgen, dan is de Monarchie in gevaar, en wordt de tweede ingezet. We leven in een democratie, maar deze dochters hebben Blauw Bloed door hun aderen stromen. 24 Mei 2006 bel ik met de Kamer van Koophandel Flevoland en omstreken in Lelystad en vraag naar het Bestuur van het Orthopedagogisch Centrum IJssel Meerpolders (OCIJ), per 1 januari 2008 de Eduvier Onderwijsgroep (rechtsopvolger van dit OCIJ). Mevrouw Anja Otten-van Holten blijkt medebestuurder te zijn naast, samen met Marius Sparreboom. Ik krijg het privé-adres van mevrouw erbij. Bij de Kamer van Koophandel Flevoland en omstreken vertelden ze er nog niet bij dat zij rechter is/was bij de Rechtbank Lelystad, bij de Rechtbank Midden-Nederland, bij het Arrondissement Midden-Nederland. Daar komen wij eerst achter door gedegen eigen onderzoek, en vinden haar bij een Woningbouwvereniging of wooncorporatie Stichting Woonpalet in Zeewolde. Begrijpelijkerwijs daar zit zij ook in zelfs de Raad van Toezicht. een rechter in je Bestuur of Raad van Toezicht geeft Status, laat zien dat je de zaken goed voor elkaar hebt. Zo een mevrouw Anja Otten-van Holten is voor hen het Boegbeeld dat bij hen aan de gevel hangt boven hun entree, in plaats van aan de boeg van het schip. Deze mevrouw rechter mr. Anja-Otten van Holten is dus 4 mei 2006 'Dodenherdenking', de datum dat mijn ontslag geëffectueerd wordt 'Namens het Bestuur' door Marius Sparreboom, mijn 'Bazin'. En vanaf 1 januari 2008 is zij Voorzitster van de Raad van Toezicht van de Eduvier Onderwijsgroep, rechtsopvolger van het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ). Al mijn Elf Brieven aan Marius Sparreboom stuur ik ook deze mevrouw rechter mr. Anja Otten-van Holten op haar privé-adres, om te voorkomen dat Marius Sparreboom mijn post aan haar op school zou confisqueren, en zou weghouden voor haar. Mevrouw Anja Otten-van Holten heeft nooit gereageerd op mijn en onze schrijvens. Daar is zij natuurlijk te goed voor. Zij spreekt niet met minderen, zij spreekt hooguit tot minderen. In de Rechtbank spreekt zij jouw vonnis uit over jou. Zij is natuurlijk een 'meerdere' onder ons, eender als Marius Sparreboom, die draagt het ook uit naar je, hij brult het je toe (brullen zo als een leeuw doet): "Niet in een brief aan je meerdere!"
Per 1
januari 2008 gaat het Orthopedagogisch Centrum IJsselmeerpolders (OCIJ)
heten
|
. |
. |